Verlengen ondernemersfondsen op raadsagenda. Waarom verder?

5 December 2022, 11:25 uur
Lokaal
mainImage

Het verlengen van ondernemersfondsen Huygenskwartier en Leidschendam Centrum staat voor dinsdagavond 6 december op de agenda van de raadsvergadering. 

In de Commissie Samenleving van 21 november 2022 is geconcludeerd het raadsvoorstel te agenderen als hamerstuk. De werkingsperiode van de huidige convenanten inzake de ondernemersfondsen loopt eind 2022 af. In dit raadsvoorstel wordt een voorstel gedaan voor verlenging van de ondernemersfondsen en voor de nadere uitwerking en afspraken daarvan nieuwe convenanten aan te gaan.

Waarom wordt de gemeenteraad dit besluit voorgelegd?

In 2017 is in de winkelgebieden Leidschendam Centrum en Huygenskwartier voor de duur van vijf jaar het ondernemersfonds verlengd. Vanwege corona heeft het college in 2021 de looptijd met een jaar verlengd. Op 1 januari 2023 loopt deze periode af. In
de convenanten die destijds met de ondernemersfondsen zijn afgesloten is afgesproken dat vóór het aflopen van deze termijn er een evaluatie wordt uitgevoerd en er opnieuw een draagvlakmeting gehouden wordt. Zowel de evaluatie als de draagvlakmeting zijn positief. Hiermee kan in beide gebieden het ondernemersfonds gecontinueerd worden.

Aan welk doel (van de doelenboom in de begroting) draagt het voorstel bij?
Een economisch vitale gemeente.

4. Welke argumenten zijn er voor de raad om het besluit te nemen?

De ondernemersfondsen dragen positief bij aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Het is een belangrijk instrument om de opgaven uit het coalitieakkoord en de detailhandelsvisie te realiseren. Zo draagt het bij aan de doelstellingen als omschreven in de detailhandelsvisie 2019. Het ondernemersfonds is essentieel voor de toekomst en vitaliteit van de beide winkelgebieden. Er kan meer voor het centrum
gedaan worden, er zijn meer activiteiten en de naamsbekendheid is vergroot. Ook zijn er door het ondernemersfonds geen free-riders meer en begint de onderlinge samenwerking en betrokkenheid tussen ondernemers nu van de grond te komen.

Opzet van de ondernemersfondsen
De opzet van de ondernemersfondsen blijft hetzelfde als in 2017. De methode die wordt toegepast is een reclamebelasting waarbij de hoogte van de heffing wordt gebaseerd op de WOZ-waarde van het pand waarin de onderneming is gevestigd. De inning wordt geregeld in de Verordening Reclamebelasting 2023. De afdracht van het geïnde geld naar de stichtingen (ondernemersfondsen) is in juridische zin aan te
merken als een subsidie. Afspraken over de uitvoering zijn neergelegd in convenanten. Het college is bevoegd om deze convenanten aan te
gaan en wethouder Van Eekelen zal deze ondertekenen na dit raadsbesluit om de verordening en begrotingswijziging vast te stellen.

Evaluatie
In de convenanten die met de ondernemersfondsen in 2016 zijn afgesloten is afgesproken dat partijen uiterlijk 1 juni 2021 gezamenlijk het functioneren van de ondernemersfondsen voor wat betreft de systematiek van het fonds als wel een financiële evaluatie uitvoeren.
Er heeft overleg plaatsgevonden met de voorzitters van de beide ondernemersfondsen. De belangrijkste aandachtspunten uit de evaluatiegesprekken zijn hieronder weergegeven.

- In beide gebieden zorgt de subsidie voor voldoende budget. Hierdoor kan er door beide stichtingen vooruit worden gedacht en is er meerjarenperspectief. Er is zekerheid dat er elk jaar bepaalde activiteiten uitgevoerd kunnen worden.

- Beide voorzitters geven aan positief te zijn over het ondernemersfonds en dat het voortbestaan van het ondernemersfonds essentieel is voor de toekomst en vitaliteit van de beide winkelgebieden. Er kan meer voor het centrum gedaan worden en er zijn meer activiteiten. Door continue geldstroom is het voor de ondernemersfonds mogelijk geweest om verder te professionaliseren. Door corona hebben de activiteiten en evenementen twee jaar op een lager pitje gestaan en is op andere manier aan marketing en communicatie gedaan.

- De betrokkenheid van ondernemers blijft een aandachtspunt. Het blijft lastig om ondernemers te stimuleren om actief te worden. Dit is een landelijke tendens, door individualisering is het moelijker om vrijwilligers aan te trekken. Dit zou echter zonder ondernemersfonds waarschijnlijk nog moeilijker zijn geweest, omdat er door de fondsen wel een organisatiestructuur en continue geldstroom beschikbaar is.

- Er is de afgelopen jaren een klein aantal bezwaren ingediend tegen de reclamebelasting. Het gaat om zaken als WOZ-waarde, verhuizing bedrijf, gewijzigde tenaamstelling bij de KvK etc. Deze bezwaren zijn niet gegrond verklaard en hier is geen beroep tegen aangetekend.

- De reclamebelasting op basis van de WOZ-waarde wordt door de voorzitters over het algemeen gezien als een "eerlijk" instrument. Door deze heffingsgrondslag is er sprake van een eerlijke verdeling van de kosten. Daarnaast zijn de innings- en perceptiekosten met 5% relatief beperkt. Er is gekeken of deze 5% nog kostendekkend is en dit blijkt het geval.