Marcel Koot: 'SEV is een bloeiende club'

23 April 2019, 08:53 uur
Sport
mainImage
Voorburgs Dagblad
Marcel Koot brengt een toost uit op de toekomst van SEV.

Leidschendammer Marcel Koot was gisteren een graag geziene gast op het terras van The River, waar hij in een discussie raakte over de toekomst van zijn 'cluppie' SEV waar hij zich al jaren voor inzet. Op dit moment doen zich er nieuwe ontwikkelingen omdat de gemeente Leidschendam- Voorburg plannen zou hebben om van de Kastelenring een groot multifunctioneel complex te maken. Als dit daadwerkelijk gebeurt, dan is er geen plaats meer voor twee verenigingen maar voor 1 grote club. Op de website was hierover een medeling van het bestuur van SEV te lezen, die als volgt luidde: 

"Onder een aantal leden van SEV is onrust ontstaan over een mededeling van het bestuur van RKAVV op hun website. Als reden voor het voor de tweede keer uitstellen van de ALV van onze buren wordt o.a. genoemd "De gemeentelijke toekomstvisie voor het Sportpark Kastelenring". Daarna staat :  "een het mogelijk samengaan van sportverenigingen tot één club komen daarbij aan de orde". Dit zou gelezen kunnen worden alsof er fusiegesprekken gevoerd worden. Dat is niet correct. Uit de 2 ½ jaar geleden onder de SEV-leden gehouden enquête was daar slechts 23 % van de leden voor. Wel spreken RKAVV, SSK en SEV over plannen over de kleedkamers die achterstallig onderhoud kennen. Daarbij worden verschillende opties besproken zoals renovatie, teamlockers en nieuwbouw. De gemeente heeft echter niet aangegeven dat zij wil dat het tot een fusie komt tussen beide voetbalverenigingen. Voor alle duidelijkheid: er zijn geen gesprekken gaande over fusie en de gemeente heeft geen wens neergelegd voor fusie tussen de bespelers op de Kastelenring".

Marcel Koot, die reeds jarlang aan SEV is verbonden: "Als SEV zou ophouden te bestaan, stop ik direct met al mijn vrijwilligerswerk. Maar ik zie dit overigens niet zo gauw gebeuren. Het is een bloeiende club met een goede vooruitzichten. Laat dat nu eens duidelijk zijn".


Door: Bart Bakker