GBLV-raadslid Arnold Brans dook hij in de ontwikkelingen van het nieuwbouwproject van Vliethaven in Leidschendam. "In de media lazen wij dat het provinciaal bestuur de voornaamste onderdelen van het bestemmingsplan Vliethaven heeft geschrapt", aldus Brans. "Ik heb hierover vragen aan wethouder Jan Willem Rouwendal (Christen Unie/ SGP) gesteld".
Deze vragen luiden:
1. Bestaat er een intentie en/of anterieure overeenkomst tussen de gemeente en de projectontwikkelaar voor het bouwplan Vliethaven. Zo ja, kan ik deze dan per omgaande ontvangen?
2. Waren de provinciale problemen met het ontwerpbestemmingsplan bij de wethouder bekend? Zo nee, waarom niet en zo ja, waarom werd het dan toch ter inzage gelegd?
3. Is het de wethouder bekend dat er in het bestemmingsplan de benodigde compensatie van het bedrijventerrein of regionale afstemming daaromtrent dient te worden verwerkt?
4. Is de wethouder bereid om compensatie van het bedrijventerrein alsnog te garanderen via een bestuursovereenkomst tussen gemeente en provincie? Zeker in het kader van vraag en aanbod in een hogere milieucategorie (HMC).
5. Wie is er aansprakelijk voor de eventuele schade ?
6. Zijn hier financiële consequenties aan verbonden en aan wie gaan die worden doorberekend?
7. Als er al woningen zijn verkocht heeft dit dan als consequentie dat de kopers meer voor de geplande woningen zullen moeten gaan betalen?
8. En zo ja, hoe denkt de gemeente dit voor de kopers te compenseren?
9. Per welke datum verwacht de wethouder dat de projectontwikkelaar door deze vertraging nu kan starten met de bouw?