CDA-raadslid Lieke Muller staat bekend om gevoel voor strijdvaardigheid binnen de lokale gemeenschap. Zij houdt nu een bijzonder betoog over wat haar zoals bezig houdt. Volgens haar gaat dit over de landelijke politiek.
Het betreft:
Het is koud en guur en er is storm op komst. Of eigenlijk is die er al. Maar we weten niet of dit het is, of dat het erger wordt. Waarschijnlijk wordt het erger. Het wordt nóg guurder. Nog viezer. Nog kouder en nóg killer.
Nee. Dit gaat niet over het weer. Dit gaat over de landelijke politiek.
Politiek die juist in tijden van grote crises vooral bezig is met zichzelf. Met de vraag of “idioot” een scheldwoord is. Terwijl ze eigenlijk bezig moeten zijn met zorgen dat gezonde voeding betaalbaar is. Dat we een dak boven ons hoofd hebben. Dat energie en gas betaalbaar en beschikbaar zijn zodat we niet in de kou zitten, letterlijk en figuurlijk. Dat je niet in de schulden komt omdat je kindertoeslag ontving. Dat we deze winter geen economisch en sociaal-maatschappelijk ontwrichtende coronalockdown nodig hebben.
Maar nee. Ze zijn vooral bezig met zichzelf. Ikke. Ikke. Ikke. En af en toe gaat het over die ander, over jij. Jíj bent degene die een dolk in mijn rug stak. Jíj bent degene die zich volgens bronnen niet netjes gedraagt. Jíj bent degene die er belang bij heeft om mij te offeren om zo je eigen gezicht te redden. Ikke. Ikke. Ikke. En af en toe jij, jij, jij.
Dit is niet het “ik en jij” denken dat ons vooruit helpt.
Deze week was ook de Week van de Eenzaamheid. In de media las ik dat eenzaamheid ook fysieke effecten heeft, het tast zelfs je hersens en IQ aan. Dat zes op de tien jongvolwassenen en bijna de helft van alle volwassenen zich eenzaam voelt. En dat in een land met voor iedere scheet een club of vereniging, in een periode met sociale media en supersnel internet. Of moet ik zeggen ‘ondanks’? Want het lijkt of we die verbinding met elkaar zijn verloren. Niet alleen als mensen met elkaar, maar ook als politiek met de mensen waar we voor werken.
Die verbinding met elkaar is de lijm van onze samenleving. Het is de fundering van wie wij zijn als mens, als individu. Die verbinding met elkaar is ons levenselixer.
En daar kunnen we in deze tijd wel meer van gebruiken.
Wat minder ik. Wat minder jij. Wat meer wij.