Rik van Koetsveld volgt opgestapte Wang Choy op bij museum

12 May 2018, 10:50 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Het bestuur van de Stichting Museum Swaensteyn heeft een nieuwe bestuursvoorzitter. Rik van Koetsveld volgt Wang Choy op, die op 18 april jongsleden terugtrad. Van Koetsveld beschikt over een ruime ervaring in de museale wereld. Hij was onder andere adjunct-directeur bij het Museum voor Volkenkunde, het Mauritshuis en het Van Goghmuseum. Tegenwoordig is hij voorzitter van de Raad van Toezicht van het Nationaal Glasmuseum in Leerdam en voert hij regelmatig coachingsgesprekken met mensen in de museale sector. Sinds 2016 is hij bestuurslid van Museum Swaensteyn en was hij betrokken bij het opstellen van de toekomstvisie van het museum.

Dat Museum Swaensteyn een toekomst heeft, daarvan is Van Koetsveld overtuigd: “Natuurlijk heeft het museum, net zoals veel andere kleine musea in Nederland, het niet gemakkelijk. Maar de afgelopen jaren zijn er verstandige keuzes gemaakt, zijn nieuwe initiatieven ontplooid en zijn er samenwerkingspartners gevonden. De resultaten daarvan worden nu al zichtbaar. De laatste drie jaar stijgen de bezoekcijfers gestaag.”

Een museum met een smoel

Dat het Museum Swaensteyn lukt om het tij te keren ligt volgens Van Koetsveld voor een belangrijk deel aan de ligging: “De geschiedenis en cultuur vindt je hier haast op iedere straathoek, de verhalen liggen letterlijk voor het oprapen. Een voorbeeld daarvan is het project Romeinen aan de Vliet. De directie van het museum heeft een mooi plan bedacht voor het meer zichtbaar maken van het Romeinse Forum Hadriani. De provincie Zuid-Holland en de gemeente zijn daarop ingesprongen en maken het financieel mogelijk. Daardoor worden Voorburg en Leidschendam straks aantrekkelijke plekken voor de archeologisch geïnteresseerde toerist die de Romeinse Limes, de noordelijke Romeinse grens, bezoekt.” Een eveneens door de provincie mogelijk gemaakte nieuwe museale presentatie over de Romeinen, die deze zomer gereed zal zijn, geeft het museum opnieuw meer karakter, meer ‘smoel’.

Samenwerking

Van Koetsveld is zeer te spreken over de structurele samenwerking die zijn museum onlangs is aangegaan met Huygens’ Hofwijck. Zo’n samenwerking is niet alleen zinvol vanuit oogpunt van efficiency, het vergroot ook je slagkracht. Gezamenlijk georganiseerde tentoonstellingen kunnen groter zijn en daarmee aantrekkelijker voor het publiek. Het gezamenlijke streven van Museum Swaensteyn en Huygens’ Hofwijck om Huize Swaensteyn om te vormen tot Het Nieuwe Swaensteyn, een museaal complex waar ook Hofwijck grotere tentoonstellingen kan realiseren, is een spannend project waar hij en zijn collega van Huygens’ Hofwijck, Harry Kortman, de schouders onder zetten: “Als dat gerealiseerd zou worden, is dat niet alleen van essentieel belang voor Museum Swaensteyn maar krijgt ook Huygens’ Hofwijck de mogelijkheid de vleugels uit te slaan. Met dat complex hebben we in potentie goud in handen, ik hoop dat de gemeenteraad en het nieuwe college zich dat straks realiseren. Vanzelfsprekend is het niet zo dat wij daarvoor alleen maar onze hand ophouden. We zijn als gezamenlijke musea goed in staat ook zelf fondsen te werven voor een verbouwing en museale inrichting. Het is Hofwijck enkele jaren geleden gelukt meer dan een miljoen uit de markt te halen voor de omvorming van de buitenplaats. Voor dit project, dat daarop voortbouwt, moet dat met een gezamenlijke inspanning ook mogelijk zijn.”

Verknocht aan Voorburg

Net als zijn voorganger Wang Choy, wiens verdiensten voor het museum hij graag benadrukt, is Van Koetsveld een Voorburger in hart en nieren. Al was dat lange tijd wat latent: “Als je een drukke baan hebt, en met zeventien jaar Mauritshuis en vervolgens zeven jaar Van Goghmuseum was dat het geval, leef je niet écht in je gemeente. Je gaat vroeg de deur uit en komt laat weer thuis. Pas na mijn pensionering ben ik heel bewust van mijn omgeving gaan genieten. Deed vrijwilligerswerk tijdens Open Monumentendag, gaf hier en daar wat advies. En dan nu voorzitter van een lokaal museum dat een grote stap voorwaarts kan maken. Ik heb er zin in.”

Bron: Bestuur Museum Swaensteyn