Binnenkort zal de Haagse rechtbank uitspraak doen in een zaak waarin de dochter van cliënten op een gruwelijke wijze met een mes om het leven is gebracht. Dit door de man met wie zij kort daarvoor de relatie had beëindigd. 

Een 35-jarige Amsterdammer kon niet verkroppen dat zijn 31-jarige vriendin het had uitgemaakt. Hij fietste op 31 juli 2020 – een warme zomerdag – van zijn woonplaats naar haar flat aan het Abdijland in Leidschendam en bracht haar met messteken om het leven. Het OM eiste tegen de man 12 jaar cel en TBS met dwang.

De Amsterdammer en de Leidschendamse hadden een moeizame relatie. Dat hing mogelijk samen met de autistische stoornis die het Pieter Baan Centrum bij verdachte heeft vastgesteld. Op 30 juli 2020 mailde de verdachte aan het latere slachtoffer dat hij het ‘een doodzonde’ zou vinden als zij zou teruggaan naar haar ex. Daarop reageerde ze dat zij zoiets zelf bepaalde.

De volgende dag vertrok de verdachte op de fiets vanuit Amsterdam. Zijn mobiele telefoon liet hij thuis. Wel nam hij onder andere mee: een extra set kleding en schoenen, een rol vuilniszakken en twee paar handschoenen. Uit camerabeelden blijkt ook dat hij op het laatste deel van zijn fietstocht (het was die dag 30 graden) handschoenen droeg, een bril en een mondkapje.

Minuten

In Leidschendam aangekomen zette hij zijn fiets niet voor de flat, maar verderop in een parkje. Hij belde aan waarna het slachtoffer hem binnenliet. Hij moet haar vrijwel direct hebben aangevallen met een mes. Want drie minuten later belden de buren 112 omdat het slachtoffer zwaar bloedend op het balkon lag en zij een man met een groot mes zagen. Toen politie en ambulance arriveerden, bleek zij al te zijn overleden.

De verdachte had inmiddels volgens getuigen rustig en beheerst de flat verlaten. Hij liep naar zijn fiets, verwisselde zijn kleren en schoenen en fietste terug naar Amsterdam. Onderweg stopte hij de bebloede kleding, schoenen, handschoenen en mondkapje in een vuilniszak, verzwaarde die met stenen en gooide die in een sloot. Nog dezelfde avond werd hij in Amsterdam aangehouden.

Opwelling?

De verdachte heeft bekend, maar zegt in een opwelling te hebben gehandeld. Volgens de deskundigen van het Pieter Baan Centrum is hij volledig ontoerekeningsvatbaar. Maar de officier van justitie zag dit op zitting anders.

“De grote vraag is of het doden van het slachtoffer aan verdachte kan worden toegerekend. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de dader straffeloos blijven. Bijvoorbeeld bij een ernstige psychiatrische stoornis die het handelen van verdachte volledig beheerst. Ik twijfel hierover. Er zijn veel aanwijzingen dat verdachte het onderzoek heeft gefrustreerd en gemanipuleerd. Uit de harde feiten volgt ook dat er sprake geweest moet zijn van een planmatig scenario.”

‘Bewuste keuzes’

Volgens de officier was er dan ook geen sprake van dat verdachte de regie over zijn handelen volledig kwijt was. Zij achtte de verdachte vanwege zijn stoornis weliswaar verminderd toerekeningsvatbaar, maar nog altijd in staat bewuste keuzes te maken. Ook het Pieter Baan Centrum onderkent dat een planmatig scenario eerder wijst op verminderde ontoerekeningsvatbaarheid.