Jules Bijl (D66) neemt op 6 maart afscheid als waarnemend-burgemeester van Leidschendam-Voorburg. Hij wordt na anderhalf jaar opgevolgd door Martijn Vroom (CDA) die momenteel burgemeester is van Krimpen aan den IJssel.
Journalist Bart Bakker blikt voor Voorburgs Dagblad samen met Jules Bijl terug op zijn periode in Leidschendam-Voorburg. Dit gebeurt tijdens een (lunch)interview in het restaurant van de Max Health Club aan de Westvlietweg in Den Haag. Tevens geeft Bijl desgevraagd de inwoners, raads- en College leden een boodschap mee voor de toekomst.
Waarnemend burgemeester Jules Bijl laat zich door de eigenaren van de Max Health Club, Jacco Helmink en Niels Renes, informeren over alle nieuwe ontwikkelen van de komst van een zwembad en een exclusieve fitnessclub in het voormalige pand van Westvliet Fitness & Racketclub op sportpark Westvliet. (foto Ap de Heus).
De komende weken vormen voor u de laatste loodjes?
“Onbewust werk je nu al naar het tijdstip toe van 5 maart ’s nachts om 24.00 uur als het er dan echt op zit. Ik verwacht dat je dan toch even stil valt. De zesde maart ben ik weliswaar nog betrokken bij de installatie van mijn opvolger, maar op 7 maart moet ik mezelf toch zien te vermaken. Zoeken jullie nog een correspondent? Het is best een raar gevoel dat je van honderd procent inzet in 1 keer naar nul gaat. Maar dit was, vanaf het begin, ook de planning. Ik begon in september 2021. Je weet dat het van tevoren dat het tijdelijk is”.
“Mijn voorganger Klaas Tigelaar ging in de zomer weg. Je hebt ruim zes maanden nodig voor een kroonprocedure. Rond verkiezingen worden er nooit burgemeesters gewisseld. De tijd van een procedure komt bovenop de tijd vanaf het ontstaan van de vacature. In dit geval moesten de verkiezingen eerst voorbij zijn. Dan komt er een College en wordt er met fractievoorzitters naar een profielschets gekeken”.
U kent het klappen van de zweep?
“In 1999 was ik burgemeester van Eemnes, tegen ’t Gooi aan. Ik heb dat vijf jaar gedaan. In het vierde jaar kwam Montfoort er bij, dus toen was ik als burgemeester verantwoordelijk voor twee gemeenten tegelijk. Het is een intensieve baan, maar ik heb er wel lol in. Ik ben niet zo gauw onder de indruk. Ik heb het in Leidschendam-Voorburg altijd met een glimlach gedaan”.
Over bestuurlijke ervaring inderdaad geen gebrek?
“Ik begon mijn carrière in 1983 bij de provincie Zuid-Holland, werkte later als gemeentesecretaris van Boskoop en werd in 1992 gemeentesecretaris van Stadskanaal”.
“In 1996 werd ik directeur van het kabinet van de gouverneur van de Nederlandse Antillen op Curaçao. In 2010 keerde ik terug naar Curaçao als directeur van het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en later als directeur van het kabinet van de gouverneur van Curaçao”.
“In augustus 2015 werd ik Nederlands ambassadeur met als standplaats Port of Spain en vanuit de hoofdstad van Trinidad en Tobago was ik ook Nederlands ambassadeur voor 7 andere landen in de Caraïben. Op 24 september 2020 was ik, eenmaal weer terug in Nederland, wethouder van Vlaardingen voor D66”.
Leidschendam-Voorburg stond een aantal jaren geleden in bestuurlijk opzicht bekend als een lastige gemeente. Heeft u dat ook zo ervaren?
“Vooropgesteld, ik heb dit ad-interim schap met veel plezier gedaan. Je moet uiteraard in het begin even je vorm vinden in een samenwerking met College- en raadsleden. De buitenwacht gaf aan dat de bestuurlijke verhoudingen binnen Leidschendam-Voorburg niet eenvoudig waren. Maar dit vak is sowieso niet makkelijk. Er staat overal een bepaalde druk op. In veel gemeenten speelt wel iets. Zo’n functie is geen stageplek. Je moet meteen vol aan de bak”.
“Ik heb me uiteraard laten informeren en in het begin hier veel over verhoudingen gesproken. De heer Smit, de commissaris van de Koning, zocht iemand die goed met dit soort problematieken zou kunnen omgaan”.
“Een College-wisseling is ook altijd een bijzonder moment waarop een team moet worden gesmeed. Het ging vrij soepel. Je merkt dat de wethouders iets voor elkaar over hebben. Dat is belangrijk. Tot op de dag vandaag is er sprake van harmonie, zoals ik ook in het vorige college wat ik aantrof. Er is veel te doen in Leidschendam-Voorburg. Ik ervaar het als een bruisende stad. Zo is er een groot winkelbestand, zijn er veel evenementen, sport men graag, de cultuursector leeft en financieel staat de gemeente er goed voor”.
Wat zijn uw ervaringen met het ambtelijk apparaat?
“Bij de gemeente Leidschendam werken zo’n zevenhonderd ambtenaren. Zowel full- als parttime. Het is een betrokken en loyale club. Ik vind dat er kwaliteit is. Ondanks dat er in veel gemeenten verloop is, valt dit in Leidschendam-Voorburg relatief gezien mee. Mensen werken met passie in deze organisatie. Er is sprake van een onderlinge plezierige samenwerking. Ik houd van een stukje humor. Ik zeg altijd je brengt veel tijd op je werk door. Dat moet ook leuk zijn”.
De druk voor gemeenten is groter geworden?
“Er komt veel op de gemeenten af. We worden betrokken bij allerlei Rijksproblemen. Op zich heb ik daar geen bezwaar tegen, maar het geeft wel extra druk. Kijk wat het COA bijvoorbeeld deed met betrekking tot Oekraïners en asielzoekers. Men vindt dat het niet vlot genoeg gaat, dus komt er een nieuwe wet aan. Ook voor een gemeente als Leidschendam-Voorburg is dat een forse uitdaging. Door alle ruimte vragen, in relatie tot het geringe ruimteaanbod, wordt het ingewikkeld om alles in balans te houden. Komend jaar moeten meer mensen van buiten worden opgevangen dan in het afgelopen periode. We hebben eerder al een bijdrage geleverd bij RKAVV in de sporthal en vangen nu Oekraïners op bij Overgoo".
Ook u ziet dat het verkeer regelmatig vastloopt. Zoals bijvoorbeeld op de Laan van Nieuw Oost Indië richting de afslag van de A12?
“Voorburgs Dagblad schreef eerder nog dat ik niet wist waar de Laan van Nieuw Oost Indië lag, maar ik woon er om de hoek. Maar de verkeersdrukte past in het verhaal dat het allemaal drukker wordt. Dat geldt ook voor de grote aanwas die vanuit De Binckhorst onder weg is met alle woningbouw daar. Voor portefeuillehouder Jeffrey Keus is de mobiliteit een pittig onderwerp”.
Wat zou u het College en de gemeenteraad als boodschap mee willen geven?
“We hebben in de onderlinge verstandhoudingen geïnvesteerd. Dat is goed gelukt. Het College beweegt mee met wat er in de gemeenteraad leeft. Men komt niet een zogenaamde wij-zijdynamiek terecht. Er wordt met respect naar elkaars inbreng gekeken. Gelet op wat er allemaal in het vat zit, is een goede verstandhouding een belangrijk fundament. Houd daarom die ontstane basis vast. Gun elkaar de ruimte en biedt de helpende hand waar nodig”.
Wat is de boodschap voor de inwoners?
“We moeten meer ruimte hebben voor elkaar. Als we een paar duizend jonge inwoners op een wachtlijst hebben, dan moeten we daar als bestuur en inwoners een oplossingen voor vinden. In een landelijk onderzoek stond dat Leidschendam-Voorburg de moeilijkste stad is om een woning te vinden. Er is sprake van anderhalf keer meer woningzoekenden dan het aanbod aan woningen wat beschikbaar is. We moeten dus bouwen. Overal waar we aankloppen met bouwplannen, ontstaat er een discussie”.
“Ik heb tijdens mijn burgemeesters-periode in Eemnes wel eens gezegd: ‘het is hier geen camping’. Als de slagboom omhoog gaat en je woont ergens, dan kun je er niet meteen vanuit gaan dat de slagboom achter jou dicht gaat en het bord wordt opgehangen dat het vol is. Zo gaat dat dus niet. We moeten door ontwikkelen en niet voor keuzes weglopen. Gemiddeld hebben vrijwel alle gezinnen kinderen, die ook op eigen benen moeten gaan staan. Ik vind dat je niet meteen in het defensief moet zodra dat punt in de buurt komt”.
Tot slot; bent u een beetje van Leidschendam-Voorburg gaan houden?
"Ja, het is een fraaie gemeente die veel te bieden heeft. Bij aanvang heb ik gezegd: “Ik ben geslaagd in mijn missie als men het een beetje jammer vindt dat ik vertrek. Dat gevoel heb ik wel. Ik heb in de afgelopen periode veel inwoners en partijen aan elkaar kunnen verbinden. Zoiets is in mijn ogen een belangrijke taak van een burgemeester. Ik heb het met plezier gedaan. Ik houd van oplossingsgericht denken en leef in positiviteit. Deze aspecten heb ik in Leidschendam-Voorburg mogen ervaren”.
Door: Bart Bakker