Naar aanleiding van de publikaties in Voorburgs Dagblad over de problemen rondom WoonInvest heeft raadslid Bianca Brember (GBLV) vragen gesteld aan wethouder Jan Willem Rouwendal, die daarop inmiddels heeft geantwoord. Hieronder volgen de vragen en antwoorden.

In de lokale media zijn berichten verschenen over het onderhoud en de klachtafhandeling door Wooninvest. In een van de artikelen wordt ook gewezen op mogelijke overbewoning (zie: htpps:// voorburgsdagblad.nl/Algemeen/oplossing-wantoestanden-balen-van-andelplein).

Dit leidt tot de volgende feitelijke vragen:
1. Hoe is het toezicht en handhaving als het gaat om overbewoning in de gemeente geregeld? Voor de beantwoording van de vraag is het wellicht goed om eerst te vermelden wanneer er sprake is van overbewoning.

Van overbewoning is sprake als er per persoon minder dan 12m2 gebruiksoppervlak beschikbaar is in een woning. Voor woonwagens geldt een norm van 6m2 gebruiksoppervlak. U vindt dit terug in artikel 7.18 van het Bouwbesluit.

Het antwoord luidt:  Het toezicht op overbewoning is melding gestuurd. De gemeente is niet actief op zoek naar overbewoning. De gemeente ontvangt overigens nauwelijks meldingen hierover. Wel houdt de gemeente toezicht in het kader van de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit. In dat kader wordt frequent toezicht gehouden op een juiste inschrijving in de Basisregistratie Personen. Signalen omtrent verkeerde inschrijvingen komen o.a. vanuit ministeries, de belastingdienst, DUO et cetera.

2. Is dan wel wordt er een controle uitgevoerd naar de mogelijke overbewoning aan het Balen van Andelplein?
Antwoord: Nee.

3. Zo nee: waarom niet?

Antwoord: De gemeente heeft op dit moment geen melding over overbewoning en het artikel in het Voorburgs Dagblad is ten aanzien van de adressen onvoldoende specifiek om een controle te houden .

4. Zo ja: graag ontvangen wij een terugkoppeling of inderdaad sprake was van overbewoning en welke maatregelen hiertegen zijn getroffen.

Antwoord: Het college zal de raad niet informeren over individuele casuïstiek, maar wel als er sprake is van een fenomeen, een trend of een bredere ontwikkeling, doorgaans gaat dit via het Handhavingsjaarverslag.