De Voorburger Robin van der Meer glom na de genadeklap bij Excelsior – Feyenoord (2-1) van oor tot oor. Ook toen hij een blijdschapsprint maakte naar de bank en eveneens vijf minuten later voor de camera van Fox. De lach is zondagmiddag niet meer van zijn gezicht af geweest. Zelden maakt een invaller zonder daarvoor ook maar één bal te hebben geraakt zo’n mooi en allesbeslissend doelpunt. Men kon zien dat hij zelf ook nauwelijks kon bevatten.

‘’Werelds’’, vond Van der Meer het. ‘’Blij voor de trainer, de jongens en de club’’, want in vergelijking met Feyenoord had Excelsior de punten het hardst nodig. Dat was in de catacomben van het Van Donge & de Roo-stadion ook de meest voorkomende mening bij de gemiddelde Rotterdammer. Feyenoord kan de punten missen.

‘’Ja, inderdaad, ik kan mijn lol niet op’’, gaf de bijna 24-jarige Van der Meer volmondig toe, die vorige zomer naar Woudestein kwam na een rondritje bij Go Ahead Eagles en FC Utrecht en zijn opleiding genoot bij RVC Rijswijk en Haaglandia.  

‘’Leuk voor Robin’’, vond ook de altijd bescheiden Excelsior-trainer Adrie Poldervaart. ‘’Wij hadden op het laatst van de wedstrijd de dreiging, de wil en de dreiging En wat Van der Meer deed, ja, laten we eerlijk zijn: dat kan niemand van tevoren ook maar bedenken.’’

Poldervaart bleef realist. ‘’Ze zijn lekker, die punten. En als Feyenoord kan verliezen van de Graafschap, van PEC en van Fortuna, dan kunnen ze natuurlijk van ons verliezen.’’ Met andere woorden: een wereldwonder vond hij het niet. ‘’Maar of die drie punten ook wat waard zijn, dan weten we pas volgende week tegen Fortuna.’’