De finaleronde van de Nations League is voor het Nederlands elftal uitgelopen op een deceptie. Oranje was in de troostfinale ook niet opgewassen tegen Italië (2-3) in Enschede en eindigde zo teleurstellend als vierde en laatste in eigen land.

Bondscoach Ronald Koeman had zich ongetwijfeld iets anders voorgesteld van zijn rentree bij de nationale ploeg. Tussen de nederlagen tegen Frankrijk (4-0), Kroatië (4-2) en Italië (3-2) in vierde Oranje met de opvolger van Louis van Gaal op de bank alleen een schamele zege op Gibraltar (3-0).

Natuurlijk zijn Frankrijk, Kroatië en Italië geen ploegen waar je zomaar van wint. Maar wie Nederland vooral voor rust tegen Italië zag schutteren, die zal ook vrezen voor een goede afloop van de duels met Griekenland en Ierland van september in de EK-kwalificatie.

Snelle achterstand

Koeman eiste vooraf van zijn spelers dat ze veel energie in de troostfinale zouden stoppen. Hij waarschuwde ook dat het duel met Italië een rol gaat spelen in zijn selectiebeleid voor de eerstvolgende interlands in de EK-kwalificatie. Toch begon Nederland zeer zwak aan de wedstrijd.

Oranje startte in een veel te laag tempo en grossierde in balverlies. Donyell Malen verloor zijn directe tegenstander Federico Dimarco in de openingsfase tot drie keer toe uit het oog. Dimarco opende in de 6e minuut zelf de score, na een hakbal van Giacomo Raspadori. De linksback stond in de 20e minuut ook aan de basis van de tweede Italiaanse treffer van Davide Frattesi. En Nederland? De ploeg van Koeman werd pas in de slotfase van de eerste helft gevaarlijk. Cody Gakpo schoot rakelings naast.

Wissels

Oranje startte met nagenoeg dezelfde basisploeg als in de verloren halve eindstrijd tegen de Kroaten. Noa Lang kwam als linksbuiten in de ploeg en Xavi Simons verving de gepasseerde Teun Koopmeiners op het middenveld. Dat laatste was best opmerkelijk, want Koeman zei vorige week nog dat Simons zich voorlopig op de positie links voorin moest richten.

De teleurgestelde Koeman wisselde driemaal in de rust. Wout Weghorst, Georginio Wijnaldum en Steven Bergwijn kwamen in het veld voor Lang, Lutsharel Geertruida en Malen. Spelend met slechts drie verdedigers legde Oranje na rust wel de door de bondscoach gewenste energie in de wedstrijd. De thuisploeg creëerde ook mogelijkheden maar kwam aanvankelijk niet verder dan een treffer van Bergwijn. Slechts vier minuten later scoorde Federico Chiesa alweer voor Italië (1-3). Na een afgekeurde treffer van Weghorst bepaalde Wijnaldum in de 89e minuut de eindstand.