Op 9 juli 2019 is de gemeenteraad geïnformeerd over de ontwikkeling van de sociale woningvoorraad in Leidschendam-Voorburg. Uit regionale convenanten en gemeentelijk beleid vloeit voort dat er ten minste 750 sociale huurwoningen vóór 2025 moeten worden gerealiseerd, met inachtneming van een percentage van minimaal 30% sociale huur voor woningbouwprojecten.

De fractie van Partij van de Arbeid stelt namens raadslid Jochem Streefkerk hierover de schriftelijke vragen:

1. Wat is de concrete planning voor elke ontwikkellocatie, in de raadsbrief genoemd onder de letters A t/m D? In welke jaren leiden de projecten op deze locaties concreet tot toename van de sociale woningvoorraad en met welke hoeveelheid woningen per jaar?

2. Wat is het verwachte verloop per jaar van wachttijden voor een sociale huurwoning uitgesplitst naar doelgroep, gelet op de verwachte oplevering van woningen?

3. Wat doet het college aan de concretisering van de plannen op ontwikkellocaties waarvoor de hiervoor gevraagde planning en effecten nog niet gegeven kunnen worden?

4. In de raadsbrief wordt besluitvorming over locaties en middelen aangekondigd, in de tweede helft van 2019. Welke elementen van besluitvorming kan de raad op welk moment verwachten in de Omgevingsvisie, de Businesscase 2019 en eventuele andere relevante documenten?

5. Is het college bereid en in staat om in de tweede helft van 2019 (dus uiterlijk voor het kerstreces) zowel een inventarisatie van nieuwe ontwikkellocaties voor de korte termijn (tot 2025) op te leveren alsmede de inventarisatie van nieuwe ontwikkellocaties voor de lange termijn (na 2025)? Zo nee, waarom niet en wanneer kan de raad die inventarisaties dan verwachten? Kan het college in deze inventarisaties ook opnemen de verwachte planning per jaar en de effecten daarvan op de woningvoorraad en wachttijden?