Bij gebouw De Elsberg aan het burgemeester Den Haan-Groenpark (nrs. 1 t/m 153) treden, als gevolg van het gehanteerde verhuurbeleid van Wooninvest, parkeerproblemen op. De verhuurovereenkomst van woningen enerzijds en van een parkeervoorziening anderzijds is losgekoppeld. Een aanzienlijk deel van de huurders huurt als gevolg daarvan niet langer een parkeerplaats in de parkeergarage van het gebouw en parkeren hun auto buiten op de algemene voorzieningen. Daarmee ontstaat er een tekort aan parkeerplaatsen voor bewoners en bezoekers, terwijl een aanzienlijk deel van de inpandige parkeervoorzieningen ‘leeg’ staan. Beschreven situatie geeft de CDA-fractie aanleiding tot de navolgende vragen:

1. Is de gemeente bekend met de beschreven parkeersituatie?

2. Klopt het dat in de Raamovereenkomst Gronduitgifte en de Gronduitgifte-overeenkomst is bepaald, dat de opeenvolgende eigenaren van het gebouw zich verplichten om zorg te dragen voor de instandhouding van de inpandige parkeervoorzieningen?

3. Is de veronderstelling correct dat bij het parkeerbeleid is uitgegaan van een volledige dekkingsgraad (elke woning beschikt tenminste over één inpandige parkeerplaats)? Klopt de conclusie dat de invulling van het verhuurbeleid door Wooninvest niet aansluit bij de
oorspronkelijke intenties bij het afsluiten van de Raamovereenkomst/ Gronduitgifteovereenkomst?

4. Is de informatie correct dat het splitsen van de verhuurovereenkomst van de woning en de verhuurovereenkomst van de parkeerplaats in meer gebouwen van Wooninvest plaatsvindt? Heeft deze prijspolitiek te maken met de vaststelling van de huurprijs voor sociale huurwoningen?

5. Klopt de informatie, dat de beschreven splitsing bij gebouw De Elsberg (maar wellicht ook bij meer gebouwen van Wooninvest) juridisch niet is toegestaan?

6. De feitelijke informatie wordt gevolgd door de navolgende politieke/schriftelijke vragen:
- Bij een positieve beantwoording van vraag 5: Heeft het college het voornemen om Wooninvest hierop aan te speken?
- Bij een negatieve beantwoording van vraag 5: Heeft het college voornemens om Wooninvest aan te spreken op de intenties van de oorspronkelijke afspraken?