Voor heel Den Haag mag er dan sprake zijn van een daling van het lerarentekort in het reguliere basisonderwijs het afgelopen half jaar naar toch nog altijd 11,7 procent, voor het stadsdeel Laak gaat het echter om hele ander cijfers. Daar is nog altijd een tekort 21,4 procent op de totale formatie, verreweg het hoogste van alle stadsdelen. Positief is wel dat bij de vorige inventarisatie door de gemeente het tekort stond op 23,7 procent.

Uit de vrijdag aan de raad gestuurd inventarisatie onder de reguliere basisscholen, 92 procent reageerde, blijken er nog steeds forse verschillen te bestaan tussen de stadsdelen. Waar in bijvoorbeeld Leidschendam-Ypenburg spake is van een van fors lager tekort, van 17,2 procent naar 10 procent, is er bijvoorbeeld in Scheveningen sprake van een toename van de tekorten, van 9,9 procent naar 13 procent. Ook in Centrum en Segbroek was sprake van een forse daling, Haagse Hout en Loosduinen zagen het tekort ook stijgen.

Het college geeft de raad aan dat de resultaten van meer meetmomenten nodig zijn om een mogelijke trend te kunnen vaststellen. Met het ministerie onderzoekt de gemeente momenteel of er schoolkenmerken zijn die het personeelstekort op een school voorspellen. Dan gaat het om de mogelijke relatie tussen het verzuimpercentage, de zogeheten schoolweging en het tekort op een school. Met schoolweging wordt bedoeld de maat die door de Inspectie van het Onderwijs wordt gehanteerd om de complexiteit van de leerlingpopulatie vast te stellen.

De gemeente hoopt na een volgende meeting hier conclusies aan te kunnen verbinden. Het college blijft daarnaast in gesprek met de schoolbesturen over nader, kwalitatief onderzoek om onderliggende oorzaken voor de verschillen in de tekorten per stadsdeel en school in kaart te brengen. Een vervolgvraag zou daarbij kunnen zijn of gedifferentieerd beleid kan bijdragen aan het verkleinen van deze verschillen, geeft het college de raad aan.