Na 23 jaar is Van der Toon Personenschade vertrokken uit Voorburg. Zo bekleedde het letselschadekantoor van Rolf van der Toorn onlangs een nieuw pand aan de Laan van Zuid Hoorn 61 op het Rijswijkse bedrijventerrein Broekpolder.

In een interview belicht de Voorburger aan journalist Bart Bakker deze opmerkelijke stap en kijkt hij vooruit naar de nabije toekomst.

Met pijn in je hart vertrokken uit Voorburg?

“Jazeker. Maar het is helaas niet anders. We gaan Rijswijk ontdekken. Deze overstap voelt als een soort emigreren. We zijn van een groot pand aan het Stationsplein in Voorburg, waar meerdere bedrijven zaten, naar een zelfstandige locatie gegaan. Het grote voordeel is dat we alles in eigen beheer kunnen doen. Ik was op zoek naar een enigszins monumentaal pand in de jaren dertig stijl. Dit was in Voorburg niet te vinden. Veel kantoorgebouwen worden in Voorburg tot woonlocaties gevormd. In Rijswijk was het aanbod voor onze wensen veel groter. Dit heeft er toe geleid dat we hier terecht zijn gekomen”.

De eerste ervaringen op de nieuwe locatie in Rijswijk?

“Het bevalt erg goed. Het is een rustige locatie met allemaal ondernemers om ons heen. Ons pand is een combinatie van aan de buitenzijde een jaren dertig stijl met binnen een modern interieur. Het is aangepast aan de tijd van nu. Het pand herbergt drie verdiepingen. Wat we in Voorburg naast elkaar hadden, hebben we nu boven elkaar. Dit creëert ook een soort van rust voor onze juristen en het secretariaat. Iedere collega heeft zodoende zijn eigen werkplek waar men rustig kan werken. Tevens is het voor onze relaties een representatief goed te bereiken pand”.

Op de derde verdieping van het nieuwe pand hangt een fraaie grote foto uit vroegere tijden?

“Het is een foto van de spoorwegovergang van de Voorburgse Herenstraat naar het Westeinde. Deze spoorwegovergang symboliseert onze gang van Voorburg naar Rijswijk. Dit wil ik op deze wijze op een illustratieve manier in beeld laten zien”.

“Deze overgang bestaat allang niet meer. In mijn kinderjaren is dit uiteindelijk omgebouwd naar de Utrechtsebaan””.

Van der Toorn Personenschade is in de loop der jaren behoorlijk gegroeid?

“Dat klopt. We hebben momenteel twintig medewerkers, juristen, loonregresmedewerkers, een officemanager en niet in de laatste plaats het secretariaat. We zijn tevreden hoe alles gaat. Corona is voor iedere belangenbehartiger een vervelende periode geweest, dus ook voor ons kantoor. Er was voor iedereen minder bedrijvigheid. Uiteindelijk is alles weer aangetrokken. We zitten ten aanzien van ons marktaandeel weer op het niveau van voor corona met een kleine plus”.

Je ziet bepaalde tendensen binnen de branche van letselschade?

“Er is onder de mensen een grote claimbewustheid ontstaan. Dit is goed te vernemen en ook voor ons kantoor, waarmee we een kosteloze belangenbehartiging uitdragen. Dat wil niet zeggen dat we voor niets werken, maar we dienen de kosten in bij de aansprakelijke partij. Als de aansprakelijkheid is erkend, dan moet de verzekeraar de buitenrechtelijke kosten vergoeden. De nota belandt dus altijd bij de verzekeraar en niet bij de klanten. Dit zorgt voor een verlaagde drempel bij de slachtoffers om juridische begeleiding te kunnen krijgen waar ze recht op hebben”.

“Daar komt bij dat door een gebleken gebrek aan advies, via internet afgesloten verzekeringen, meer mensen advies gaan inwinnen bij assurantiekantoren, die vervolgens doorverwijzen naar een juridisch kantoor met een keurmerk zoals Van der Toorn Personenschade”.

Wat zijn de ambities van jullie kantoor?

“We gaan Rijswijk en omliggende buurtgemeenten als Pijnacker-Nootdorp, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer verder ontdekken. Dat geldt weliswaar specifiek voor het kantoor in Rijswijk, maar onze andere vestigingen hanteren hetzelfde principe door regionaal te werken. We gaan overigens alleen voor kwaliteit en niet voor kwantiteit”.

“Tevens zijn we steeds meer gefocust op bedrijfsongevallen, want we constateren dat veel werknemers, die betrokken zijn bij ongevallen, de werkgever niet aansprakelijk durven te stellen en zodoende met een grote kostenpost voor henzelf blijven zitten. Dit is onnodig want negen van de tien werkgevers zijn verzekerd tegen bedrijfsongevallen”.

“Als de betalende partij overigens dezelfde is als de verhalende, dan krijg je belangenverstrengeling. Wij zijn juist een kantoor dat dit laatste wil voorkomen. We werken dan ook uitsluitend voor het slachtoffer”.

“Onze taak is om de materiële en immateriële schade (smartengeld) te verhalen. De zorg is dat het slachtoffer krijgt waar hij of zij recht op heeft. Altijd staat de kwaliteit en het uiteindelijk financieel belang van het slachtoffer hierbij voorop”.

Tot slot?

“Dit is het mooiste vak dat er is. Ik ben er via via ingerold. Op het moment dat letselschade in de  tachtiger jaren actueel werd heeft het mijn extra aandacht gevraagd en gekregen Op 1 april 2000 ben ik voor mezelf begonnen. Mijn ziel en zaligheid zit in dit bedrijf. Ik heb geleerd in te spelen op de actualiteit en te anticiperen op omvangrijke dossiers. Over twee jaar bestaat ons kantoor 25 jaar. Dat wordt een mooi moment om bij te stil te blijven staan”.