Twee uitgiftepunten menstruatieproducten in Leidschendam-Voorburg

2 December 2022, 07:17 uur
Lokaal
mainImage

Onvoldoende inkomen, armoede, het gebrek aan financiën om voor dagelijks gebruik elementaire producten te kunnen aanschaffen en de extra belastende effecten van hoge energiekosten en inflatie als effect van de situatie in de Oekraïne.

Allemaal elementen die een specifiek vraagstelling weer extra onder de aandacht brengt: hoe kunnen (jonge) vrouwen op een fatsoenlijk manier hun persoonlijke hygiëne verzorgen.

In de gemeente Utrecht zijn daar in samenwerking met het Armoedefonds daarvoor extra maatregelen genomen. Dit bleek uit het NOS-nieuwsbericht betreffende het uitdelen van menstruatieproducten.

Indachtig de motie die het CDA, samen met andere partijen, eerder heeft ingediend heeft het CDA bij wethouder Philip van Veller aan de bel getrokken en daar vragen over gesteld.

Vraag 1. Het college heeft voor het laatst op 24 juni een update gegeven van de huidige stand van zaken rondom de uitvoering van de motie “Verstrekking menstruatieproducten, als sociale opdracht”. Wat is de huidige stand van zaken?

Antwoord: Vanwege de prioritering met betrekking tot het plan van aanpak energiearmoede, wordt er nu een start gemaakt met betrekking tot de uitvoering van de motie.

Vraag 2. In haar update op 24 juni gaf het college aan over te gaan tot een pilot met scholen. Hoe staat dat in verhouding tot het expliciete verzoek in de bovengenoemde motie om eerst de uitkomsten van de inventarisatie en onderzoek voor te leggen aan de raad?
Antwoord: Zie beantwoording vraag 1. Vanuit het Armoedefonds zijn er in ieder geval twee uitgiftepunten op voortgezet onderwijs scholen binnen de gemeente Leidschendam-Voorburg.

Vraag 3. Wanneer denkt het college terug te kunnen komen bij de Raad met de uitwerking van de uit te voeren inventarisatie en onderzoek zodat de Raad, naast kennisneming van de maatregelen in uitvoering, ook het debat over dit essentieel thema kan betrekken bij de discussie over een breder armoedebeleid en/of specifiek armoede beperkende maatregelen zoals rond beschikbaarheid van menstruatieproducten?
Antwoord: De verwachting is dat begin 2023 de inventarisatie kan worden voorgelegd aan de raad.

\CDA zegt: “Beschikbaarheid van voldoende menstruatieproducten is deels een sociaal-maatschappelijk probleem. Door de armoedeval als gevolg van de huidige crisis en financiële problemen is het inmiddels ook een breder probleem voor grotere delen van de samenleving.”

Vraag 4. Heeft het college zicht op of er een duidelijke toename is van het aantal personen waarvoor de beschikbaarheid van menstruatieproducten een probleem vormt in de Gemeente Leidschendam-Voorburg?

Antwoord: Op dit moment zijn er geen signalen binnen de gemeente bekend die wijzen op een probleem voor personen met betrekking tot de beschikbaarheid van menstruatieproducten.

Vraag 5. Is het College bereid om de financiële voorziening voor de uitvoering van de bovengenoemde motie te verhogen, gelet op het bredere probleem voor grotere delen van de samenleving en zo ja, met hoeveel?

Antwoord: Er zijn geen middelen beschikbaar gesteld vanuit de begroting voor de verstrekking van menstruatieproducten.

Vraag 6. Ziet het College mogelijkheden, al dan niet in samenwerking met anderen, deze voorziening structureel te maken?
Antwoord: Bij de ontwikkeling van nieuw minimabeleid wordt dit signaal meegenomen en gewogen.

Vraag 7. Zo nee, wat zijn daarvoor dan de overwegingen?
Antwoord: Zie de beantwoording bij vraag 6.

CDA zegt: “In het bovengenoemde artikel van de NOS staat dat het Armoedefonds in het afgelopen jaar haar locaties voor het verstrekken van gratis menstruatieproducten heeft vervijfvoudigd. Ook in de gemeente Leidschendam-Voorburg zijn er een aantal locaties (1 in Leidschendam en 5 in Voorburg).“

Vraag 8. Is het College bereid om in overleg samen met of via het Armoedefonds meer locaties te openen in de gemeente.

Antwoord: Dit voorstel wordt meegenomen in de inventarisatie.

Vraag 9. Is het College het met het CDA eens dat deze 6 locaties voor een gemeente met de omvang van Leidschendam-Voorburg in ieder geval onvoldoende is?

Antwoord: De afweging voor de extra locaties wordt meegenomen binnen de inventarisatie en bij de ontwikkeling van nieuw minimabeleid.
Vraag 10. Communiceert de gemeente via bij de gemeente bekende instellingen, zoals scholen, organisatie, zoals de voedselbank,  (wijk)verenigingen, kerken en stichtingen en initiatiefnemers -zoals mevr. Stichter- dat bij zulke locaties gratis menstruatieproducenten te verkrijgen zijn?

Antwoord: Op dit moment vindt er geen actieve communicatie plaats vanuit de gemeente