Schriftelijke vragen CDA over jeugdbende: 'Gebiedsverbod?'

11 May 2022, 08:46 uur
Lokaal
mainImage
Voorburgs Dagblad

Onlangs  berichtte de media over een Leidschendamse jeugdbende in Prinsenhof voor wie het bezit van messen heel normaal lijkt te zijn en die hun inkomsten uit criminaliteit verwerven. Hier reageert CDA-raadslid Ron van Dubbelen op. De berichtgeving geeft de CDA-fractie, in navolging van de VVD, aanleiding tot de volgende schriftelijke vragen aan burgemeester Jules Bijl.

De vragen luiden als volgt.

1) Heeft de gemeente en/of de politie zicht op het aantal jeugdbendes in Leidschendam-Voorburg? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoeveel jeugdbendes zijn actief in Leidschendam-Voorburg en meer in het bijzonder in de wijk Prinsenhof en wat is de omvang van deze jeugdbendes?

2) Welke vormen van criminaliteit ondernemen deze bendes?

3) Welke maatregelen treft u om het veiligheidsgevoel bij andere inwoners van de wijk te behouden? Ziet u mogelijkheden om het buurtpreventie te versterken? Zo ja, is het BPT geëquipeerd om het fenomeen van jeugdbendes te onderkennen en erover te rapporteren?

4) Welke maatregelen onderneemt de politie tegen deze bendes en hoe wordt voorkomen dat deze jongeren eenvoudig te werven zijn voor criminaliteit? Is er voor buurtbewoners een mogelijkheid om, via verhoogde frequentie van spreekuur van wijkagent en of de wijkcontactpersoon, in gesprek te gaan over de aanwezigheid van jeugdbende(s)?

5) Hoe verhoudt het programma ‘Sterk voor Noord’ zich tot deze jeugdbende(s) en welke inzet wordt vanuit het programma gepleegd op het voorkomen dat jongeren vervallen in criminaliteit?

6) In de media reageert politiechef Ronald de Haas verrast over de aantijgingen van de jongeren. De CDA-fractie vraagt zich waarom de politie verrast reageert en welke informatiepositie de politie in de wijk heeft? Wat weet de politie van oudere groepsleden die voor jongeren messen verstoppen in de bosjes, zoals de media aangeeft?

7) In het artikel wordt voorts gesproken over bevriende groepen in Den Haag en rivaliserende groepen in Delft en Zoetermeer. Heeft de politie zicht op deze groepen en welke maatregelen worden hierop regionaal getroffen? Is bekend hoe buurgemeenten hiermee omgaan en is er sprake van samenwerking met buurgemeenten en wordt hierbij gebruik gemaakt van de door het Rijk beschikbaar gestelde BOTOC-gelden?

8) Voert u een gerichte aanpak op jeugdbendes, of is voor deze doelgroep specifiek beleid ontwikkeld? Zo ja, kunt u hier de raad over informeren? Zo, nee, waarom niet?

9) Bent u bereid bestuursrechtelijke maatregelen, zoals camera-toezicht of gebiedsverboden, in te zetten tegen jeugdbendes? Zo nee, waarom niet?