Nieuwe regels kamerverhuur en woningsplitsing in Ldam-Vbg

9 September 2021, 16:29 uur
Lokaal
mainImage
Digitaal Dagblad
Er zijn veel strengere regels gekomen als het gaat om kamerverhuur en het splitsen van woningen in Leidschendam- Voorburg.

Er zijn door de gemeenteraad in Leidschendam- Voorburg nieuwe regels vastgesteld ten aanzien van het splitsen van woningen en kamerverkuur.

De regels zijn als volgt. 

1. Voor de toepassing van dit voorbereidingsbesluit wordt verstaan onder:
a. gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
b. huishouden: een alleenstaande óf twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding (willen) voeren;
c. kamerverhuur: verhuur van een wooneenheid, dat wil zeggen het gedeelte van een woonfunctie voor kamergewijze verhuur dat bestemd is voor afzonderlijke bewoning, als bedoeld in artikel 1.1 sub 3 van het Bouwbesluit 2012;
d. mantelzorgwoning: een woning op het terrein van het huis van iemand die zorg nodig heeft. De woning is bedoeld voor de zorgverlener (vriend, familielid). Het is ook mogelijk dat de persoon die zorg nodig heeft in de mantelzorgwoning woont. In dat geval woont de zorgverlener in het bijbehorende huis;
e. woning: woonruimte als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder j, van de Huisvestingsweg 2014;
f. zelfstandige woonruimte: woonruimte zoals bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

2. Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit voorbereidingsbesluit is het verboden om:
a. het gebruik van bestaande gebouwen of gedeelten daarvan, die als woning zijn bestemd of aangemerkt, te wijzigen of te laten wijzigen met het doel woningen te splitsen of deze om te zetten in (on)zelfstandige woonruimtes ten behoeve van de huisvesting van meer dan één huishouden, en/of
b. een bestaande woning om te zetten in twee of meer woningen, een en ander voor zover dit gebruik of deze omzetting nog niet legaal bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit voorbereidingsbesluit.

3. Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit voorbereidingsbesluit is het verboden in bestaande gebouwen of gedeelten daarvan als bedoeld onder 2, het aantal daarin gevestigde huishoudens te laten toenemen, indien op het tijdstip van inwerkingtreding van dit voorbereidingsbesluit deze gebouwen of gedeelten daarvan rechtmatig in gebruik zijn voor de huisvesting van één
huishouden.

4. Uitgezonderd van het verbod als genoemd in artikel 2 en 3 is het realiseren van een mantelzorgwoning waarbij splitsing van de oorspronkelijke woonruimte plaatsvindt in enerzijds een zogenaamde mantelzorgwoning, waarin de zorgvrager woont en anderzijds een andere zelfstandige woning, welke door de zorggever wordt bewoond. Indien de mantelzorg beëindigd wordt, mag de
mantelzorgwoning niet langer als zelfstandige woning gebruikt worden.

5. De verboden als bedoeld onder 2 en 3 zijn niet van toepassing, indien het gaat om inwoning bij een hoofdbewoner van een bestaand gebouw of gedeelte daarvan met een gebruiksoppervlak (GBO) van ten minste 55 m2 voor maximaal twee personen, niet behorende tot het huishouden van de hoofdbewoner, in tweeafzonderlijke kamers (onzelfstandige woonruimten), mits de hoofdbewoner ten
minste 50% van het totale GBO van het gebouw zelf bewoont.

6. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van
de verboden als bedoeld onder 2 en 3 onder de volgende voorwaarden:
a. het omzetten van een woning voor kamerbewoning met drie of maximaal vier kamers;
b. de beoogde woonruimte na omzetting in onzelfstandige woonruimten beschikt over een gebruiksoppervlakte (GBO) van minimaal 24 m² per bewoner;
c. de te splitsen woonruimte bij woningsplitsing beschikt over een gebruiksoppervlakte (GBO) van minimaal 140 m²;
d. de beoogde zelfstandige woonruimte van splitsing beschikt over een gebruiksoppervlakte (GBO) van minimaal 55 m²;
e. de hoofdbewoner bij inwoning ten minste 50% van het totale gebruiksoppervlakte (GBO) van het gebouw bewoond;
f. de bestaande woonruimte bij inwoning beschikt over een gebruiksoppervlakte
(GBO) van ten minste 55 m².

7. Alvorens te beslissen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6 toetst het bevoegd gezag de aanvraag aan:
- de algemene leefbaarheidstoets: toets bij een vergunningaanvraag voor
woningsplitsing en kamerverhuur waarbij de leefbaarheid in de directe
omgeving van het betreffende gebouw in kaart wordt gebracht zoals
opgenomen in Beleidsnota Woningsplitsing en kamerverhuur LeidschendamVoorburg 2021;
- de Nota Parkeernormen Leidschendam-Voorburg.