Een nieuw boek werpt licht op een geheim tijdens een pelgrimage naar het Heilige Land en een vakantietochtje in Silezië
Over de eigenzinnige prinses Marianne, die ook in Voorburg woonde, is lang nog niet alles bekend. Historicus Kees van der Leer en kunsthistorica Marieke Spliethoff legden onlangs nog een geheim bloot dat de prinses met zich meedroeg tijdens een pelgrimage naar het Heilige Land. Ze beschrijven het in het boek ‘Op reis met prinses Marianne’ dat onlangs via de Stichting Erfgoed Prinses Marianne is verschenen.
Prinses Marianne (1810-1883), de jongste dochter van koning Willem I en Wilhelmina van Pruisen, had een ongelukkig huwelijk. Daarom ging zij vaak op reis, vanaf 1844 veelal vergezeld door haar secretaris en minnaar Johannes van Rossum. Ook reisde zij vaak tussen de diverse kastelen en buitenplaatsen die zij had verworven in Nederland en in het huidige Italië, Duitsland en Polen. In 1849 maakte zij een bijzondere pelgrimsreis naar Palestina, onder leiding van de befaamde kenner van het Heilige Land, dominee Van Senden. Hoewel deze tocht veel aandacht kreeg in de toenmalige pers, werd verzwegen dat de prinses een geheim met zich meedroeg. In de brieven die Van Senden aan zijn familie en vrienden thuis stuurde, komen tal van interessante details voor, die licht werpen op deze pelgrimsreis en de vorstelijke reizigster.
‘Op reis met prinses Marianne’ neemt de lezer mee op de vele uitstapjes die de vorstelijke reizigster ondernam. Aan de hand van dagboeken, brieven en de collectie souvenirs die dominee van Senden als geschenk kreeg van de prinses, beschrijven de auteurs de reizen van Marianne. Aan de hand van 19-eeuwse kaarten, gravures en een onlangs ontdekte foto werpen ze een nieuw licht op de spraakmakende en eigenzinnige prinses.
‘Op reis met prinses Marianne’ is te koop in onder meer Huygens Museum locatie Notarishuis, museum Hofwijck en in de boekhandel voor € 20,-. (ISBN 9789464565195)