In een eerdere ingezonden mail in Voorburgs Dagblad, betreffende de huisvesting van Statushouders, stond volgens een woordvoerder van het College van Leidschendam- Voorburg een aantal zaken die niet klopten.
"In dit artikel wordt gesuggereerd dat een derde van de woningen die vrijkomen naar statushouders gaat", aldus de woordvoerder. " Dat is feitelijk onjuist. 30% van de woningen gaat naar speciale doelgroepen en 9% daarvan naar statushouders. Niet elke statushouder krijgt per persoon een huis, als het gaat om gezinnen wonen er logischerwijze meerdere statushouders in een huis".
"Om verschillende doelgroepen een plek te kunnen geven maakt de gemeente afspraken met woningcorporaties. Dit zijn prestatieafspraken. In de prestatieafspraken met woningcorporaties Vidomes en WoonInvest, en hun bijbehorende huurdersorganisaties, zijn de volgende afspraken gemaakt: 70% van de vrijkomende sociale huurwoningen wordt toegewezen aan reguliere woningzoekenden. Maximaal 30% van de vrijkomende sociale huurwoningen (in de categorie kleine, grote en 55+ gelabelde woningen) wordt toegewezen aan zogenoemde aandachtsgroepen".
Binnen deze 30% geldt:
Minimaal 9% voor statushouders.
Minimaal 9% voor kwetsbare doelgroepen en zorgbehoevenden.
Het resterende percentage voor woningzoekenden met een urgentieverklaring.
Deze afspraken gelden uitsluitend voor sociale huurwoningen die worden verhuurd door bovenstaande woningcorporaties. Sociale huurwoningen van particuliere verhuurders en andere woningcorporaties vallen hier niet onder.