Kan Ldam- Vbg profiteren van warmteplan De Binckhorst?

13 July 2021, 08:04 uur
Lokaal
mainImage

Gemeenten zijn bevoegd een warmteplan vast te stellen en daarmee de aansluiting op een (aan te leggen) warmtenet te borgen voor nieuw te ontwikkelen bouwwerken, met uitzondering van woningen die particulier worden ontwikkeld (door (collectieve) zelfbouw). De gemeente Den Haag gaat voor De Binckhors een groot warmteplan ontwikkelingen. De vraag is of buurtgemeenten als Leidschendam- Voorburg en Rijswijk hiervan kunnen meeprofiteren?

Nieuwbouwwoningen worden conform Bouwbesluit niet meer aangesloten op de aardgasinfrastructuur en het recht op een aardgasaansluiting
is dus komen te vervallen. Door een warmteplan vast te stellen zal eveneens nieuwe utiliteitsbouw in het warmteplangebied aangesloten worden op het duurzame warmtenet en dus geen gasaansluiting krijgen.

In een warmteplan wordt de energie- en milieuprestatie van het warmtesysteem beschreven en daarmee kan de energieprestatie van het bouwwerk worden bepaald.

Het warmteplan geldt voor maximaal 10 jaar of totdat de maximale warmte- en koude capaciteit van het gebied, is opgewekt en dus het maximum aantal woningen is aangesloten dat het collectieve warmte- en koude-systeem aankan. Het maximum aantal woningen is berekend op de capaciteit van die bodemenergie door WKO-systemen met aquathermie en ligt op ca. 7.500 woningen.

Hierdoor wordt de warmte- en koude capaciteit van het gebied optimaal benut. Het warmteplan bevat de normen voor het aantonen van de gelijkwaardigheid wat betreft energiezuinigheid, hernieuwbare energie en milieuparameters zoals NOx en fijnstof.

Het collectieve warmte- en koudesysteem vraagt een voorfinanciering van het warmtebedrijf. Door een warmteplan vast te stellen wordt voor de komende 10 jaar een aansluitplicht voor alle nieuwbouw geborgd, waardoor het warmtebedrijf zekerheid heeft dat nieuwbouw die ontwikkeld wordt ook aansluit en het bedrijf daardoor een renderende business case kan maken. In een warmteplangebied is het voor
vastgoedeigenaren altijd mogelijk om een alternatieve bron te kiezen, mits deze aantoonbaar tenminste gelijkwaardige duurzaamheidsprestaties levert.