De fractie van D66 heeft signalen ontvangen over de indexering van de huurprijs die de gemeente per 2023 doorvoert. Deze signalen leiden namens D66-fractievoorzitter Wouter Jorissen tot de volgende vragen:
1. Hoe veel onroerend goed in bezit van de gemeente wordt op dit moment verhuurd?
2. Welk indexcijfer hanteert de gemeente voor 2023 om de gevraagde huur te indexeren?
2a. Hanteert de gemeente het zelfde indexcijfer voor al haar huurders, of wordt hierin gediversifieerd?
3. Is de gemeente bekend met de recente wijziging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten die bepaalt dat de maximale huurstijging wordt gebaseerd op de loonontwikkeling in plaats van de inflatie?
4. In hoeverre heeft deze wijziging invloed op de huren die de gemeente rekent en de huurinkomsten van het gemeentelijk onroerend goed? Met andere woorden: in welke gevallen past de gemeente de berekening van haar indexcijfers aan op deze wetswijziging en wat zijn daarvan de financiële consequenties?
5. Welk aandeel van het gemeentelijk onroerend goed dat op dit moment in verhuur is wordt verhuurd aan verenigingen?
6. Wat zou het financieel gevolg zijn als de gemeente, naar de geest van de recente wetswijziging, het indexcijfer voor gemeentelijk onroerend goed dat verhuurd wordt aan verenigingen baseert op de loonontwikkeling in plaats van inflatie?