De fractie van GBLV/Gemeentebelangen heeft bij monde van raadslid Arnold Brans vragen gesteld over overlast in Park Leeuwensteijn. Hieronder treft u de beantwoording van de vraagstelling en de beantwoording van de vragen. Burgemeester Klaas Tigelaar heeft gereageerd. 

1. Klopt het dat er aan de bewoners van Park Leeuwensteijn door het college een toezegging is gedaan om de groenstrook aan de vliet een nieuwe inrichting te geven?

Het is de raad bekend dat deze zomer van diverse bewoners uit Park Leeuwensteijn meldingen zijn ontvangen over overlast. Bewoners van Park Leeuwensteijn hebben zich hieromtrent ook per brief tot het college gewend. Dit heeft ertoe geleid dat op basis van de meldingen individueel met bewoners is gesproken en daarnaast ook met een afvaardiging van ondertekenaars van de brief. Het college heeft daarbij aan
de bewoners toegezegd dat de groenstrook een andere inrichting krijgt.

2. Per welke datum zal dit plan aan de bewoners worden voorgelegd?
Voor deze herinrichting start het college geen participatietraject.

3. Wordt deze inrichting zodanig gerealiseerd, dat het geen plek meer is die uitnodigend werkt om te recreëren aan de Vliet?
Recreatie aan de Vliet kent vele vormen. De herinrichting is er op gericht om de overlast die deze zomer werd ervaren te voorkomen.

4. Waar bestaat deze inrichting uit?
Het ontwerp van de herinrichting is nog niet gereed. Deze vraag kan in dit stadium daarom niet beantwoord worden.

5. Is het mogelijk om beplanting zodanig aan te brengen dat de groenstrook niet meer als ligweide kan worden gebruikt?
Het college verwijst hier naar het antwoord op vraag 3. De herinrichting is er op gericht om de overlast die deze zomer werd ervaren in de toekomst te voorkomen.

6. Per welke datum zal deze nieuwe inrichting gerealiseerd zijn?

Realisatie vindt plaats na oplevering van het herinrichtingsplan. Op dit moment kunnen wij nog geen datum noemen.

7. Hoe denkt het college de ernstige verstoring van de openbare orde dan wel overlast op en aan deze groenstrook te voorkomen
Zoals bij de beantwoording van vraag 3 en 5 vermeld, is de herinrichting er op gericht om de ervaren overlast te voorkomen. Het college kan geen garanties geven dat verstoringen van de openbare orde zich niet voordoen.

8. Is het college het bekend, dat zwemmen in de Vliet daar verboden is?
Ja, dat verbod geldt op basis van het binnenvaartpolitiereglement.

9. Welke instanties zijn bevoegd om dit zwemverbod te handhaven?
De gemeentelijke toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren zijn niet bevoegd ten aanzien van dit verbod. Uiteraard is de politie wel bevoegd.

10. Is het mogelijk om het vissen ter plaatse in de nachtelijke uren te verbieden? Zo nee waarom niet? Zo ja, is het college bereid een nachtelijk visverbod in te stellen en dat ook te handhaven?

Het nachtvissen is geregeld in het Reglement voor de Binnenvisserij 1985. Nachtvissen is ter plaatse, onder de in dit Reglement genoemde voorwaarden, toegestaan.

11. Is het college het bekend, dat het op de groenstrook verboden is om tenten in de nachtelijke uren op te slaan, zo nee waarom niet en zo ja, hoe wordt daarop gehandhaafd?
Het college gaat er vanuit dat met deze vraag gedoeld worden op de tenten/schutzeilen die door nachtvissers worden gebruikt. Deze vallen onder de regeling in artikel 4.18 van de Algemene plaatselijke verordening. De toelaatbaarheid van deze tenten/schutschermen hangt af van de vraag of zij kunnen worden aangemerkt als “een onderkomen bedoeld voor recreatief nachtverblijf”.

12. Is het college het bekend dat vrije doorgang van het verkeer op zomerse dagen wordt belemmerd door plaatsing van fietsen, brommers en scooters midden op de weg? Hoe denkt u dit te voorkomen en hierop te handhaven?

Het college heeft foto’s gezien van genoemde rijwielen op de rijbaan. Het college kan niet garanderen dat dit soort gebeurtenissen niet meer voorkomen. Als een blokkade van de weg wordt geconstateerd, dan zullen de Buitengewoon  opsporingsambtenaren en de politie naar bevind van zaken handelen. Hun optreden zal passend zijn naar de situatie die zij aantreffen.