Burgemeester reageert op kerkklokken affaire

18 October 2021, 08:57 uur
Lokaal
mainImage
Ap de Heus/ Voorburgs Dagblad
De veel besproken Sint Martinuskerk aan het Oosteinde.

De fractie van het CDA heeft vragen gesteld over het luiden van de kerkklokken van de Sint Martinuskerk. Hieronder treft men de vraagstelling en de beantwoording van de vragen aan, die zijn gedaan door burgemeester Jules Bijl.

De raadsbrief komt ook aan de orde tijdens de commissievergadering van de commissie Samenleving van maandag 25 oktober. 

1. Is het college bekend dat op last van de Omgevingsdienst Haaglanden de kerkklokken van de Sint Martinuskerk na ruim 100 jaar niet meer luiden? (zie ook artikel ‘Kerkklok Voorburg moet zwijgen, tot verdriet van de buurt: ‘We leven hier met de klok’ in het Algemeen dagblad van 1 augustus)

Antwoord:
Ja, het college heeft er kennis van genomen dat er handhavend is opgetreden. Eveneens begrijpt het college dat dit onder veel inwoners wordt betreurd en als een verlies wordt beschouwd. Het toezicht op de naleving van milieuregelgeving is bij de Omgevingsdienst Haaglanden belegd. Het college is er mee bekend dat het kerkbestuur een last onder dwangsom heeft opgelegd gekregen. Gezien de geldende regelgeving is dit onvermijdelijk. Bij het luiden van de klokken bij wijze van tijdaanduiding, moet het kerkbestuur het geluidsniveau van de kerkklokken aanpassen in die zin dat het geluidsniveau voldoet aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (ook wel genoemd “Activiteitenbesluit”). De normwaarde van 70 dB(A), 65 dB(A) en 60 dB(A) in de dag-, avond- en
nachtperiode werd met 4 dB, 6 dB en 16 dB overschreden en bij een tweede meting met respectievelijk 4dB, 9dB en 14dB.

In gevallen waarin de klokken luiden ten behoeve van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging of het bijwonen van
godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten en bij lijkplechtigheden hoeft het geluidniveau niet aangepast te worden.

2. Is het college met de leden van de CDA-fractie en de overgrote meerderheid van de buurtbewoners van mening dat het luiden van de klokken van deze markante kerk in het dorpshart van Voorburg onderdeel uitmaken van een cultureel erfgoed dat bewaard moet blijven?

Antwoord:
Het college begrijpt dat buurtbewoners gehecht zijn aan het geluid van de kerkklokken. Het geluidniveau dat de kerkklokken produceren bij
tijdsaanduiding is echter ook aan regels gebonden.

3. Is het College met de leden van de CDA-fractie van mening dat bewoners die klagen over overlast redelijkerwijs hadden kunnen weten dat zij in de nabijheid wonen van een prachtige kerk die al 75 jaar de klokken op gezette tijden luidt? En dat het tot zwijgen brengen een onredelijke uitkomst is van een klacht bij de Omgevingsdienst?

Antwoord:
Het college meent dat de vraagstelling een onjuist beeld schetst. De kerkklokken worden niet tot zwijgen gebracht, doch dienen bij het luiden bij wijze van de tijdsaanduiding te voldoen aan wettelijke geluidsnormen. Het college vindt daarbij dat iedereen er recht op heeft dat de (landelijk) vastgestelde geluidnormen worden nageleefd. Het maakt daarbij niet uit wanneer iemand zich ergens vestigt.

4. Zijn er mogelijkheden binnen de wet- en regelgeving om een uitzonderingspositie te verlenen die de kerk in staat stelt haar jarenlange
traditie voort te zetten? Zo ja, welke zijn deze?

Antwoord: De kerk kan het luiden van de klokken voortzetten alleen met een aangepast geluidsvolume bij het luiden bij wijze van tijdsaanduiding. De overschrijding van het toegestane geluidsvolume was van een omvang, die legalisering door middel van maatwerkvoorschriften onmogelijk maakt.

5. Indien er geen juridische middelen zijn, is het college bereid een bemiddelende rol op te nemen om te komen tot een aanvaardbare
oplossing?

Antwoord:
Het college ziet in dit stadium geen rol voor zichzelf weggelegd als mediator. Het college is als bevoegd bestuursorgaan betrokken in dit dossier en is genoodzaakt de wet te handhaven. Het kerkbestuur heeft bovendien een bezwaarschrift ingediend tegen de last onder dwangsom. In dat kader zal een heroverweging op het besluit plaatsvinden, op basis van het advies van de bezwarencommissie.

6. Is het college bereid om deze mogelijkheden op zo vroegst mogelijke termijn in gang te zetten en hierover de gemeenteraad te

informeren?
Antwoord:
Zie het antwoord bij vraag 5.

7. Is de veronderstelling correct (zie Voorburgs Dagblad d.d. 02-08-2021) dat bij inwerkingtreding van de omgevingswet de tekst voor de vrijstelling van het geluid van kerkklokken bepalend is voor eventuele maatregelen van Omgevingsdienst Haaglanden?

Antwoord:
In het Voorburgs Dagblad wordt gerefereerd aan een vrijstelling voor het geluid van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging of het bijwonen van godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten en lijkplechtigheden en het houden van deze bijeenkomsten of plechtigheden. Dit geluid is vanwege de vrijstelling niet aan de standaard geluidsnormen gebonden. De vrijstelling staat op dit moment in het Activiteitenbesluit en komt ook terug in de Omgevingswet.

Zoals onder vraag 1 is aangegeven, heeft de last onder dwangsom (juist vanwege de vrijstelling) geen betrekking op het geluid dat verband houdt met godsdienst, levensbeschouwelijke bijeenkomsten of lijkplechtigheden, maar uitsluitend op het geluid van de klokken wanneer zij de tijd aanduiden. De bedoelde vrijstelling is met het oog op de genomen maatregelen dus niet relevant.