'Bestemmingsplan Vliethaven treedt niet in werking'

27 November 2020, 21:42 uur
Lokaal
mainImage
Het fraaie project langs De Vliet

Inmiddels is in Leidschendam- Voorburg het bestemmingsplan “Vliethaven” vastgesteld. Dit bestemmingsplan is bedoeld om de transformatie van het bedrijventerrein Parnashofweg naar een woongebied mogelijk te maken. Onlangs heeft het college van Gedeputeerde Staten van ZuidHolland besloten een reactieve aanwijzing te geven op het bestemmingsplan “Vliethaven”. Dit betekent kort gezegd, dat het bestemmingsplan niet in werking treedt. Dat concludeert wethouder Jan Willem Rouwendal. 

"Het college is van mening dat het aanwijzingsbesluit van GS op onjuiste gronden tot stand is gekomen. GS zijn van mening dat de onttrekking van de oppervlakte aan bedrijventerrein als gevolg van de transformatie van Parnashofweg naar een woonfunctie, op grond van de provinciale Omgevingsverordening, gecompenseerd moet worden", aldus wethouder Jan Willem Rouwendal (Christen Unie/ SGP) Deze
compensatieverplichting is echter niet van toepassing wanneer de beoogde transformatie regionaal is afgestemd en daarbij vraag en aanbod naar het betreffende soort bedrijventerrein kwalitatief en kwantitatief zijn afgewogen".

Al in 2015 heeft regionale afstemming van de beoogde transformatie van bedrijventerrein Parnashofweg in MRDH-verband plaatsgevonden. Daarbij is het effect van de transformatie op het evenwicht tussen vraag naar en aanbod aan bedrijventerreinen in de regio afgewogen. Eind 2018 is bedrijventerrein Parnashofweg vervolgens als te transformeren locatie, waarover regionale afstemming heeft plaatsgevonden, opgenomen in de ‘Strategie Werklocaties 2019-2030’ van de MRDH. Deze strategie stuurt op kwaliteit van de werklocaties, marktevenwicht in vraag en aanbod naar werklocaties en verduurzaming. Daarnaast staan in het plan ook een aantal concrete acties waar de gemeenten de huidige bestuursperiode (tot 2023) mee aan de slag gaan. De strategie is het antwoord op de vraag van de provincie Zuid-Holland om een nieuwe regionale visie op bedrijventerreinen op te stellen en bevat de kwalitatieve en kwantitatieve afweging die vereist is.

Daarnaast is van belang dat het bedrijventerrein Parnashofweg al voor 2015 grotendeels leeg stond. Van invulling van de bedrijfspanden met het type bedrijven waarvoor het terrein bedoeld was is structureel geen sprake meer. Specifiek voor dit bedrijventerrein kan daarom worden geconcludeerd dat er sprake is van overaanbod.

Rouwendal: "Volgens het college is hiermee voldaan aan de voorwaarden uit provinciale Omgevingsverordening om af te kunnen zien van compensatie voor de transformatie van het bedrijventerrein. Dit betekent dat de noodzaak tot het geven van een aanwijzing ontbreekt, zodat het aanwijzingsbesluit van GS onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd. Het
college meent daarom dat het wenselijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State".