Aandacht-LV diende enkele amendementen en moties in over de invoering van vergunningparkeren in de wijken rondom de Mall of the Netherlands. De partij stelt dat de parkeer- en verkeersproblemen in de omliggende wijken voortkomen uit de enorme bezoekersstromen van de Mall, terwijl de rekening bij de inwoners komt.
Zolang niet zwart-op-wit is afgesproken dat Mall-eigenaar URW structureel meebetaalt aan de kosten die hún bezoekers veroorzaken, is het volgens Aandacht-LV onverantwoord om vergunningparkeren in te voeren en de rekening bij inwoners te leggen. “URW profiteert, inwoners betalen. De bewoners dragen al jaren de overlast en nu wordt van hen verwacht dat omwonenden óók nog gaan betalen voor vergunningen en draaien we als gemeente op voor handhavingskosten. Dat is de wereld op z’n kop!” aldus Aandacht-LV fractievoorzitter Lieke Muller.
Aandacht-LV benadrukt dat vergunningparkeren pas kan worden ingevoerd wanneer randvoorwaarden als structurele handhaving en eerlijke kostenverdeling op orde zijn. Dat is nu nog niet het geval.
URW moet meebetalen aan vergunningparkeren
Aandacht-LV wil dat de lusten én de lasten eerlijk worden verdeeld. De parkeerdruk rond de Mall wordt niet door inwoners veroorzaakt, maar door de tientallen miljoenen Mall-bezoekers. De komst van betaald parkeren op het Mall-terrein voert de druk op de gemeente om vergunningparkeren in te voeren verder op. Een ontwikkeling waar de gemeente én de omwonenden de financiële gevolgen van dragen, terwijl URW commercieel profiteert.
Toch wil het college al in september 2026 starten met vergunningparkeren, terwijl de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met URW pas maanden later wordt vastgesteld. Daarmee dreigt de gemeente een systeem op te tuigen dat honderden duizenden euro’s per jaar kost, zonder dat URW op enige wijze een structurele financiële bijdrage levert.
URW verdient straks aan het betaald parkeren op eigen terrein. De inwoners daarentegen moeten betalen voor een vergunning en de noodzakelijke handhaving. Aandacht-LV vindt dit bestuurlijk onhoudbaar en maatschappelijk onrechtvaardig. Muller: “Zolang URW niet meebetaalt, heeft vergunningparkeren geen eerlijk fundament. De veroorzaker moet bijdragen.”
Daarom roept de motie het college op om de invoering van vergunningparkeren uit te stellen totdat URW een schriftelijke, structurele en billijke financiële bijdrage garandeert voor zowel de kosten van vergunningparkeren als de handhaving en bijkomende maatschappelijke lasten.