De provincie Zuid-Holland wil de maximale hoogte van windturbines op boerenerven en bij elektrische installaties van waterschappen verdubbelen. Nu mogen agrariërs en waterschappen turbines met een ashoogte van 15 meter plaatsen, maar de provincie wil dat onder voorwaarden verhogen naar 30 meter. Dat staat in de ontwerpherziening van het omgevingsbeleid, waarin alle provinciale regels voor de fysieke leefomgeving zijn opgenomen.

GroenLinks-PvdA, BBB, VVD en CDA hebben in hun coalitieakkoord afgesproken om lokale ondernemers meer ruimte te geven om windturbines van 30 meter hoog op hun erf te zetten. Ze kunnen zo zelfvoorzienend worden op energiegebied en een nieuwe bron van inkomsten opzetten. Ondernemers die zo'n kleine windturbine willen plaatsen, moeten wel eerst onderzoeken wat het ecologische effect is op onder meer vogels en vleermuizen en of het past in het landschap.

"De provincie hanteert als uitgangspunt dat de impact op het net van een molen minimaal is en netcongestie niet wordt vergroot", staat in het voorstel, waar de Provinciale Staten uiteindelijk over besluiten.

In de ontwerp-herziening stelt het Zuid-Hollandse college ook voor enkele locaties waar nu windturbines zouden mogen komen te schrappen uit het omgevingsbeleid. Het gaat onder meer om het Valkenburgse Meer in de gemeente Katwijk. Zuid-Holland wilde graag dat rond deze recreatieplas windenergie zou worden opgewekt, om de nieuw te bouwen woonwijk Valkenhorst (met 5600 woningen) van stroom te voorzien. Katwijk concludeerde in 2023 na onderzoek dat dit niet mogelijk was, onder meer omdat de turbines een negatief effect op de natuur zouden hebben. De provincie trok vervolgens dezelfde conclusie en heeft het plan geschrapt.