Hoewel sinds de coronapandemie in totaal flink meer wordt gespaard dan daarvoor, komt het extra coronaspaargeld voornamelijk op de rekeningen van mensen die modaal of meer verdienen. Dat blijkt uit onderzoek van de Rabobank, die een vragenlijst uitzette onder ruim 1500 Nederlanders. Net als vorig jaar heeft een kwart van de Nederlanders minder spaargeld dan het geadviseerde minimum van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).
In totaal stortten Nederlandse huishoudens tussen maart vorig jaar en februari dit jaar bijna 46 miljard euro op hun spaarrekeningen. Dat is ruim tweeënhalf keer zoveel als het jaar ervoor. Toch is een toename van spaargeld vooral weggelegd voor mensen met minimaal een modaal inkomen, dat tussen de 36.500 euro en 43.500 euro bruto per jaar ligt. Het lukte vier op de tien huishoudens met een modaal inkomen de buffers te versterken. Bij de hogere inkomens was dit meer dan de helft.
Nog geen kwart van de mensen met een laag inkomen wist vorig jaar meer geld op de spaarrekening te storten. Een derde van hen geeft aan minder spaargeld te hebben dan een jaar terug. Van de mensen die minder spaargeld hebben dan twaalf maanden geleden, ruim een vijfde in totaal, heeft 46 procent minder dan het door het Nibud geadviseerde spaarminimum van 3400 euro.
Slechts drie op de tien Nederlanders geven sinds de coronapandemie minder geld uit. Zij zagen het spaargeld vaak toenemen. Het zijn vooral de huishoudens met een modaal of hoger inkomen die nu minder uitgeven, bijvoorbeeld aan vakanties, uit eten en drinken gaan, kleding en hobby's. Lagere inkomens profiteren hier minder van dan de hogere inkomens, omdat zij hier doorgaans al minder geld voor hadden.
Door: ANP