Als evenveel migranten zouden werken als Nederlanders zonder migratieachtergrond, dan zou dat 331.000 werknemers opleveren. Dat heeft de Adviesraad Migratie berekend. Dit aantal staat gelijk aan bijna een op de vijf migranten en ruim 3 procent van alle werkenden in Nederland in 2022.
De schatting gaat om het onbenut arbeidspotentieel, oftewel mensen die wel kunnen en willen werken, maar toch geen baan hebben. De Adviesraad Migratie vergeleek hiervoor het percentage migranten dat werkt met het percentage Nederlanders zonder migratieachtergrond dat werkt. Onder 'migranten' schaarde de adviesraad mensen die zelf in het buitenland geboren zijn en die twee ouders hebben voor wie dat ook geldt.
De adviesraad wil "geenszins suggereren" dat de migranten hun werkloosheid vooral zelf veroorzaken. "Het lijdt geen twijfel dat ook (selectie)mechanismen op de arbeidsmarkt, waaronder discriminatie door werkgevers, een rol spelen." In een later onderzoek moet meer bekend worden over de oorzaken van de onnodige werkloosheid.
Onder asielmigranten is het verschil in werkloosheid het grootst. Mensen die asiel hebben gekregen in Nederland en nareizigers vormen bijna de helft van de ongebruikte arbeid. Kennismigranten hebben juist iets vaker werk dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. Hoe langer mensen in Nederland blijven, hoe kleiner het gat wordt.
Als migranten evenveel zouden werken als Nederlanders zonder migratieachtergrond, "levert dit brede maatschappelijke winst op", voorspelt de adviesraad. "Migranten krijgen een hoger inkomen en meer welzijn, werkgevers kunnen gemakkelijker in hun personeelsbehoefte voorzien, en de samenleving profiteert van minder uitgaven aan sociale uitkeringen en hogere belastinginkomsten." Een van de adviezen aan de overheid is om te investeren in taalvaardigheid.
Door: ANP