Bij het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) zijn tot nu toe uit Nederland zes gevallen gemeld van het westnijlvirus. De cijfers zijn gebaseerd op meldingen van het RIVM.

Het RIVM bracht op 15 oktober de eerste besmetting naar buiten. Een man liep het virus op in de buurt van Utrecht, vermoedelijk doordat hij is gestoken door een besmette mug. Dit was de eerste keer dat iemand het virus in Nederland had opgelopen. Volgens ECDC zijn ook de andere vijf gevallen gemeld uit de regio Utrecht. Daar werden in augustus en september vogels en muggen gevonden met het westnijlvirus.

Het RIVM zegt desgevraagd niet met elk geval van westnijlvirus naar buiten te treden. "De eerste besmetting hebben we gemeld omdat het de eerste keer is dat iemand in Nederland besmet is geraakt", zegt een woordvoerder.

In de hele EU zijn tot 5 november 315 gevallen van besmetting met het westnijlvirus gemeld, waarvan 36 mensen aan het virus zijn overleden. De meeste besmettingen en sterfgevallen hebben zich voorgedaan in Griekenland (143 en 22), gevolgd door Spanje en Italië.

Besmetting met het westnijlvirus geeft volgens het RIVM soms een griepachtig ziektebeeld. In zeldzame gevallen (1 procent) kunnen ook neurologische verschijnselen optreden zoals hersenontsteking, hersenvliesontsteking of een vorm van polio. Mensen die die symptomen krijgen, lopen een kleine kans om te overlijden. Het virus komt van vogels en wordt via muggen op mensen overgebracht.