Het Zuid-Hollandse drinkwaterbedrijf Dunea heeft na jaren zoeken een nieuwe bron voor de productie van drinkwater gevonden. Dunea gaat hiervoor water halen uit de Vliet, een kanaal tussen Leiden en Leidschendam-Voorburg. Het waterbedrijf schat dat de aanleg van de benodigde infrastructuur zo'n 500 miljoen euro kost.

Dunea onderzocht ook zeewater als bron, maar die optie viel af. Het is volgens een woordvoerder "heel duur en erg energie-intensief" om zout water om te zetten in drinkwater. De Noordzee blijft wel een mogelijke bron voor de verre toekomst. "We zijn al tot interessante inzichten gekomen en blijven dit op de achtergrond onderzoeken. Misschien hebben we het zeewater over twintig of dertig jaar wel nodig." Dunea keek ook naar brak (zoutachtig) grondwater als nieuwe bron, maar denkt dat hiermee niet genoeg drinkwater is te maken.

Dunea produceert jaarlijks tussen de 85 en 90 miljard liter drinkwater voor bijna 1,4 miljoen klanten. Het bedrijf gebruikt hiervoor water uit de Maas en de Lek. Door de bevolkingstoename moet de productie tussen 2030 en 2040 met 10 miljard liter omhoog.

Op een nog te bepalen locatie langs het Rijnlandse deel van de Vliet legt Dunea een innamepunt en voorzuiveringslocatie aan. Via buizen wordt het water getransporteerd naar al bestaande zuiveringsstations, onder meer in de duinen. Dunea verwacht dat rond 2033 het eerste 'Vliet-water' uit de kraan komt.

"Dit is een bijzondere mijlpaal: voor het eerst sinds de jaren vijftig gaan we een compleet nieuwe drinkwaterbron inzetten", zegt directeur Wim Drossaert. "Na een jarenlange aanloop, waarbij de noodzaak alleen maar groter werd, kunnen we nu concrete stappen zetten om de drinkwatervoorziening in de regio veilig te stellen."