De nationale 'bouwbaas' die D66 wil introduceren, is volgens vier deskundigen geen goed idee. Zo'n nieuwe functie zou een "extra laag in het toch al topzware bureaucratische woonbeleid" betekenen, staat in een advies voor de formatiegesprekken tussen D66 en CDA. Peter Boelhouwer, hoogleraar Huisvestingssystemen aan de TU Delft, heeft het dinsdag overhandigd aan de leiders van de twee partijen en woensdag gedeeld met het ANP.

"D66 wil een nationale bouwbaas", schrijft de partij in het verkiezingsprogramma. "Een centrale regisseur die gemeenten en provincies ondersteunt bij de woningbouw en geschillen kan beslechten." JA21 wil iets soortgelijks, een "regeringscommissaris woningbouwproductie".

Liever zien de vier experts dat de minister van Volkshuisvesting zelf meer regie krijgt over de woningbouw. Die koers is de afgelopen jaren al ingezet. Ze vinden het "noodzakelijk" dat de minister ook zeggenschap krijgt over geld voor ruimtelijke ordening dat nu bij andere ministeries ligt.

Op dit moment is de woonminister nog te afhankelijk van de "goede wil" van collegaministers, aldus de deskundigen. Dat kan efficiënter, maar een ingreep moet niet worden verward met een nieuwe topfunctionaris die "de besluitvorming eerder gaat compliceren en vertragen in plaats van versnellen".