Woonminister Mona Keijzer trekt haar plan in om de huren van corporatiewoningen twee jaar te bevriezen. De BBB-minister dient het wetsvoorstel dat de huurbevriezing regelt niet in, schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. Dat besluit heeft ze genomen "op basis van het advies van de Raad van State, de politieke ontwikkelingen en om rust en voortgang te brengen in de volkshuisvesting".
De Raad van State adviseerde Keijzer om het wetsvoorstel niet in te dienen. Maandag zei de minister nog via een woordvoerder te werken aan een "nader rapport" op basis van het advies. Nadat PVV-leider Geert Wilders zijn steun voor de coalitie dinsdag had ingetrokken, heeft Keijzer de huurbevriezing alsnog geschrapt. De huurbevriezing was een wens van de PVV in de onderhandelingen over de voorjaarsnota.
Als de huren niet stijgen, geeft de overheid ook minder geld uit aan huurtoeslag dan verwacht. Dat bedrag loopt op tot 492 miljoen euro per jaar. Een deel daarvan zou weer teruggaan naar een eenmalige verhoging van de huurtoeslag met 1 miljard euro, wat de PVV een 'boodschappenbonus' noemde. Omdat het "inverdieneffect" op de huurtoeslag wegvalt als de huurbevriezing niet doorgaat, moet Keijzer elders geld vinden.
De huurbevriezing kreeg direct forse kritiek, onder meer van woningcorporaties die zeiden dat ze miljarden minder zouden kunnen investeren in nieuwbouw en verduurzaming. Keijzer erkent in haar brief dat het plan "juridisch kwetsbaar" was. Ze voegt daaraan toe dat ze geen steun in de Eerste Kamer kon vinden: "Ook is mij duidelijk geworden dat het plan niet kan rekenen op een meerderheid in de Staten-Generaal."
Door: ANP