Samenwerking in uitdagende omstandigheden

6 August 2019, 07:17 uur
Columns
mainImage

Sinds kinds af aan ben ik al lid van de Voorburgse Scoutingvereniging Hubertus-Brandaan. Ooit als kleine jongen met tranen in mijn ogen door mijn ouders achtergelaten en nu al weer vele jaren actief als staflid. Nooit meer vertrokken dus. Vorige week ben ik mee geweest met het zomerkamp van een van de Welpentakken. We hebben een fantastische week gehad! Vijf stafleden en tweeëntwintig kinderen. We verbleven in het clubhuis van Scouting Drunen. Echt een prachtlocatie. Midden in de natuur en aan de rand van het Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen.

Ook de hittegolf hebben we daar goed meegemaakt. We zaten niet ver van Gilze-Rijen, waar het kwik steeg naar 40,7 graden. De klimaatcomputer van de auto gaf zelfs 44 graden aan (in de schaduw!). Op de heetste dag zijn we naar het buitenzwembad vertrokken. Maar uiteraard hebben we vooraf de nodige maatregelen getroffen: aangepast programma voor de kinderen, niet in de felle zon, veel smeren, twee grote zwembaden en een sproei installatie op het terrein neergezet en vooral heel veel drinken. Waar andere kampen werden geëvacueerd zijn wij zonder problemen de hitte doorgekomen. Ook onze andere speltakken hebben een superweek beleefd op verschillende locaties in het land. 

Wat scouting kenmerkt is dat het een hele hechte groep is. De kinderen onderling, maar ook onze tientallen staf- en bestuursleden gaan bijzonder goed met elkaar om. Veel van hen zitten net als ik al decennia bij de vereniging en zijn eigenlijk nooit meer vertrokken. Het team is groeiende, want elke keer komt er vanaf de jeugdleden - wanneer zij volwassen worden - nieuwe aanwas bij. Iedereen zet zich belangeloos in en zijn vele uren per week met hun hobby bezig. Ik zeg weleens gekscherend “dat we een samengeraapt zooitje zijn met zijn allen”. Zonder de binding van de scouting zouden veel mensen elkaar nooit gekend of gesproken hebben.

Ondanks het feit dat iedereen een andere achtergrond heeft en er grote verschillen zijn onderling; denk hierbij aan werk, inkomen, politieke opvattingen etc. zijn we toch een team waar iedereen elkaar respecteer en echt voor elkaar klaarstaat. We hebben ook dezelfde doelen: zorgen dat de leden een leuke tijd hebben en dat het met de vereniging goed gaat. Elk jaar beter. We moeten ook creatief zijn met elkaar. We willen het maximale en de budgetten zijn beperkt. We kunnen elke euro maar één keer uitgeven. Net de “echte wereld” dus!

Onze scoutingvereniging is hierin zeker niet uniek. Sterker nog: ik denk dat dit voor bijna alle succesvolle verenigingen geldt. Wat kunnen we hier van leren? Waarom is het in het “echte leven” zo moeilijk om met elkaar door een deur te gaan en hetzelfde doel na te streven? De laatste twee jaar maak ik mij bijzonder druk over het wel en wee van onze mooie gemeente. Met name over het Damcentrum en de bereikbaarheid van onze gemeente. Ook de gemeentefinanciën, het afvalbeleid en Avalex kunnen op een kritische blik rekenen. Daarnaast ben ik oprecht verbaast hoe onze gemeente zich opstelt naar haar eigen inwoners inzake het snippergroen.

Ik ervaar veel bijval, maar ook weerstand. Ik heb ontdekt dat de lokale politiek dichtbij de inwoners staat en dat partijen echt naar inwoners willen luisteren. Als je het goed aanpakt kun je veel bereiken. Eigenlijk willen we allemaal hetzelfde. Een leefbare gemeente. Er is veel kritiek als het gaat om de samenwerking binnen de gemeenteraad. Terechte kritiek wat mij betreft. Ik denk dat ze veel kunnen leren van de scouting. Wat ik ons gemeentebestuur en raadsleden adviseer: Een weekje scoutingkamp met zijn allen!