'Politie… bent u thuis meneer?'

12 August 2019, 07:42 uur
Columns
mainImage

Regelmatig is er in de (lokale) media aandacht voor inbraken, berichten over preventie of de gevolgen van een inbraak. Er wordt sowieso veel meer ingebroken in onze gemeente ten opzichte van een paar jaar geleden. Ook ik heb dit een paar maanden geleden pijnlijk ondervonden. Eerst werd ’s nachts mijn auto opengebroken. Ik kan u melden dat de daders een flinke buit te pakken hadden. Die hadden echt een topavond, dat verzeker ik u. Ja, ik weet het. Op slot, buit eruit. Het lesje heb ik inmiddels zeker geleerd. Maar van andermans spullen hoor je gewoon af te blijven. Al ligt er een kilo goud in je auto!

Een week later ging mijn telefoon af terwijl ik aan het werk was. “Politie Leidschendam-Voorburg.” klonk het. Of ik thuis was. Ik antwoordde dat ik op mijn werk was. De politie bleek gebeld omdat er braaksporen gezien waren bij mijn woning. Ik dacht, dat kan niet. Zo’n druk straatje. Op klaarlichte dag. Wie neemt mij nu weer in de maling? Maar toch! Voordeur opengebroken. Fijn. Snel naar huis gereden en ter plaatse alles geregeld met de politie. Slotenmaker ingeschakeld en de schade hersteld. Toch komt het allemaal wel ineens dichtbij. Inmiddels draaien de camera’s 24 uur per dag en zijn er andere - niet nader te noemen - maatregelen getroffen. Echter, het kwaad is toch geschied.

Deze week las ik een bericht dat door veel lokale media is opgepakt: ‘Hoe groot de kans op een inbraak in jouw wijk?’. Na hetgeen ik heb meegemaakt toch even de link in het bericht aangeklikt. Uiteraard kwam je terecht op de website van een grote verzekeraar. Een lokkertje dus. Als je je postcode invoerde verscheen er een heuse inbraakbarometer in beeld, inclusief meerdaagse verwachting. Het risico bleek ‘zeer laag’. Ironisch. Net de buienradar! Want soms klopt daar ook niet veel van. Niets zo veranderlijk als het weer en inbrekersgilde moet u maar denken. Als het niet om zo’n heftige gebeurtenis zou gaan zou je het uitgillen van het lachen.

Terug naar mijn eigen ellende. Ik ben zeker geen bange jongen, maar het doet toch wel wat met je. Het feit dat iemand het lef heeft om je deur open te breken. Wat zeker niet meehielp was dat ook de straatverlichting al weken defect was. Dan is het Kerkstraatje toch wel donker. Plotseling werd er daags na het voorval ’s avonds met een zaklamp door de deur naar binnen geschenen, even later ging de bel. Toch schrikken. “Ja wie is daar?” “Politie.” Hoe het met ging en ze waren met een buurtonderzoek bezig. Kijk dat geeft de burger moed, om met mr. Hiddema te spreken. Ook werd ik tweemaal door slachtofferzorg gebeld. Toch wel fijn dat het serieus genomen wordt denk je dan.

Ik ben nogal nieuwsgierig en vasthoudend van aard. Ik ben zelf ook onderzoek gaan doen. Buren vragen of ze iets gezien hebben, camerabeelden bekeken van de lokale middenstand etc. Uiteindelijk beleefde ik mijn eigen ‘Peter R. momentje’! Want samen met een lokale ondernemer hadden we zomaar een serieuze verdachte op beeld. Een jongeman die vier uur lang in het straatje rondhing. Wanneer er iemand kwam ging hij snel weer weg, daarna meteen weer terug. Heen en weer, Drs. P. was er niets bij. Bovendien is hij al die tijd bij mijn woning naar binnen aan het kijken en staat hij aan de deur te rommelen. Op zijn minst iemand die de recherche een paar vragen zou willen stellen? Toch? Al had hij maar gezien wie anders rond hetzelfde tijdstip daar bezig was een deur te forceren? Minimaal een getuige van de eerste rij.

De Full-HD beelden, voorzien van vermoedens en commentaar, direct aan de politie overgedragen. Een dag later reactie: geen aanleiding tot nader onderzoek. Dan denk je wel: steek dat buurtonderzoek maar in je reet. Wie er echt slachtofferzorg verdienen: de hardwerkende politie op straat die net als wij tegen een muur van bureaucratie, nepbelangstelling en ‘onderzoek voor de statistieken’ aanlopen!