De brief van Paul Doop van HMC....

12 July 2019, 08:22 uur
Columns
mainImage

Terug van vakantie ligt er een brief van Bronovo. Of eigenlijk van HMC, de organisatie waar Bronovo sinds 2015 samen met de ziekenhuizen Westeinde en Anthoniushove onder valt. ‘HMC kiest koers voor de toekomst’, staat er bovenaan het schrijven.

Ik ontvang deze brief van bestuursvoorzitter Paul Doop, omdat ik ’t afgelopen jaar als patiënt Haaglanden Medisch Centrum bezocht. Dat voel ik zelf anders. Ik gruw van de zorgfabriek aan het Westeinde, waar elke menselijke maat zoek is. En in Anthoniushove ben ik alleen op ziekenbezoek geweest. Dus niks patiënt van HMC, ik ben gewoon patiënt in Bronovo.

Gelukkig is mijn gezondheid zodanig, dat ik de deur niet plat loop bij Bronovo. Een oogcontrole hier, een röntgenfoto daar en nu en dan een bloedafname. Maar mijn beide kinderen zijn er geboren; nog in de oud-bouw. Er is een keer een stukje uit mijn rechter-meniscus verwijderd en een flinke zes jaar geleden hebben ze op de longafdeling daadwerkelijk mijn leven gered. Zoiets schept een emotionele band.

Ik weet nog goed hoe ik er maart 2013, voor het eerst in mijn bestaan, werd opgenomen. De huisarts had bij mij thuis slechts één stap in de slaapkamer gezet of ze belde - al mompelend “U bent behoorlijk ziek” - om een ambulance. Een beetje overdreven vond ik, terwijl mijn vrouw zich aan mijn zijde schaarde op de spoedeisende hulp. Maar daar dachten de medici van Bronovo anders over. 

Uitputting in combinatie met een dubbele longontsteking maakten dat ik aanvankelijk werd gedirigeerd naar de intensive care, maar aangezien ik net uit Azië was teruggekeerd - met kans op Vogelgriep, Varkenspest of een of andere levensbedreigende seksaandoening - was daar enige terughoudendheid. Nee, ik was niet op een pluimvee-fokkerij geweest. Ook niet in een dierentuin of op een varkensboerderij. Nee, ik had zelfs niet de bordelen van Bangkok afgestruind! Mijn vrouw luisterde aandachtig mee. 

Vleermuizengrot misschien?

Alle bloedafnames ondersteunden mijn gelijk. “Bent u wellicht in een grot geweest waar ook vleermuizen waren?”, vroegen ze tot slot. En eindelijk kon ik ergens ja op zeggen. Ik had een boottocht gemaakt op de ondergrondse rivier op het Filipijnse eiland Palawan. En daar leven miljoenen vleermuizen. “Mond dicht als u naar boven kijkt”, had de bootsman nog gezegd. Want ook vleermuizen moeten nu en dan poepen.

Zodra ik van vleermuizen had gerept, mocht ik niet meer op de intensive care, maar kreeg een kamer apart. Met intensieve zorg: veelvuldige controle van van alles en nog wat, een eindeloos aantal bloedafnames en verder ’t via infuus toedienen van alle chemicaliën die men op voorraad had. Baat het niet dan schaadt het niet. Ik geloof dat alleen de flessen WC-eend uit het schoonmaak-hok aan mij voorbij zijn gegaan.

Na vier zweterige dagen vertelde de longspecialist opgetogen dat ik eindelijk buiten levensgevaar was. Dat was voor het eerst dat ik besefte hoe ernstig ’t was geweest. Ik haalde de zuurstofslang uit mijn neus en barstte in tranen uit. 

De machine-hiërarchie

Vanaf het moment dat ik mij daadwerkelijk beter ging voelen, heb ik gefascineerd het leven in Bronovo gevolgd. Zo ontdekte ik een groot verschil in handelen bij de verpleegkundigen die ’s nachts een infuus wisselen. De een doet zo stil mogelijk om je niet te wekken, de ander stapt met een oogverblindende zaklantaarn op je af onder het motto ‘ik moet wel mijn werk goed kunnen doen’.

Je hebt er die ’s morgens de gordijnen open rukken en je wreed met de nieuwe dag confronteren en die je bijna verontschuldigend met een aai over je bol eerst goede morgen wensen. Daarna wordt de dag gevuld met stuurse meisjes met hoofd- en stofdoek, die de vensterbank afnemen, een vrolijke Scheveningse die ontbijt brengt en desgewenst een vlaflip maakt.

Daarna mag je kiezen wat je ’s avonds wilt eten… zo heeft de dag een heel ritme. Na een week ga je ook de hiërarchie in deze geoliede machine zien. Met helemaal onderaan de schoonmaakmeisjes en de ontbijtjuffrouw om via de verpleegkundigen, hoofdverpleegkundigen, zaalarts en co-assistenten bovenaan bij de specialist uit te komen.

Jokkebrokkers

In die tijd heb ik van Bronovo leren houden. Net als koningin Beatrix. Net als mijn patserige kennis Theo die er tegen fikse bijbetaling in een VIP-kamer compleet met koelkast en champagne verbleef. En net als mijn dierbare vriend Rob, die elders volstrekt verkeerd behandeld was en ten lange leste terugviel op het vertrouwde Bronovo om zijn laatste adem uit te blazen.

Met elke zin die ik lees in de brief van die gereformeerde CDA-prominent Doop groeit mijn ergernis. ‘Goede zorg geven aan inwoners van de regio Haaglanden, nu en in de toekomst. Daar staat HMC voor’, heeft de een of andere gladjanus van een tekstschrijver schijnheilig voor de grote baas opgetikt. ‘Daarom gaan we de zorg anders organiseren: dichtbij waar het kan, in het ziekenhuis waar nodig.’
Alsof ik VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen hoor jokkebrokken over de hinderloze uitbreiding van Schiphol.

Inmiddels is Bronovo een ‘weekziekenhuis’, waar je op werkdagen tijdens kantooruren nog terecht kunt voor net iets meer dan een pleister. De eerste verhalen halen al de krant over mensen met een dubbel gebroken enkel, die eerst van Bronovo naar Anthoniushove zijn gestuurd en zich daarna strompelend in de wachtrij op het Westeinde konden vervoegen.

‘In de aanloop naar de nieuwe situatie veranderen we op korte termijn enkele zaken en blijft de vertrouwde zorg die u van ons gewend bent’, blaat Paul Doop in zijn promo-praatje. Die zien we ook nog wel eens minister worden. 

Hij laat er geen traam om

Doop zal alle toekomstige ellende worst zijn. Hij smeert ‘m per 12 augustus met zijn fileermes naar de publieke omroep, wordt bestuurslid bij de NPO, verantwoordelijk voor de portefeuille financiën en bedrijfsvoering. Over het waarom kunnen we slechts gissen, want hij heeft louter schriftelijk een verklaring over zijn vertrek gegeven. Wellicht opgesteld door diezelfde tekstschrijver, want ook nu weer vol dooddoeners als ‘een gezonde koers voor het HMC’ en natuurlijk ‘de garantie voor goede, bereikbare en betaalbare zorg’.

De scheidend voorzitter laat weten dat hij ‘trots is op de verandering die is ingezet’. Hij bedoelt natuurlijk dat hij trots is op de 30 miljoen zilverlingen die HMC binnenharkt bij de projectontwikkelaar, die uiterlijk in 2024 de sloopkogel door Bronovo jaagt. Ook daar zal Doop geen traan om laten. Als bestuurder van de Universiteit van Amsterdam verkwanselde hij al het Zoölogisch Museum door de panden aan de Mauritskade lucratief te verkopen. Daarnaast spande hij zich procederend en dreigend met alle macht in om monumentale gebouwen op het Binnengasthuisterrein te slopen. 

Zonder dat ik haar ken, vat ik sympathie op voor Renée Barge, die begin dit jaar opstapte als lid van het HMC-bestuur, omdat zij het niet eens was met Doops geldgedreven koers. En ik koester een kleine hoop bij het idee van Chris Oomen, de gefortuneerde ex-baas van zorgverzekeraar DSW, die - eigenzinnig als altijd - ziekenhuis Bronovo wil overnemen en open houden. Maar ik vrees dat het ijdele hoop is. ‘HMC kiest koers voor de toekomst’ betekent namelijk gewoon HMC kiest voor de miljoenen.