In theaterland is het alweer nagelbijten over de nieuwe subsidieperiode (2021-2024). Met name de gezelschappen Suburbia en Orkater zeggen bang te zijn voor hun toekomst, nu cultuurminister Ingrid van Engelshoven met geld wil schuiven ten bate van nieuwe makers en genres. Ook moeten er eerlijker lonen worden betaald volgens een 'Fair Practice Code'. Met dat laatste is iedereen het wel roerend eens, maar gevreesd wordt dat de code vooralsnog leidt tot vermindering van producties en werkgelegenheid.

In de Tweede Kamer zijn ze er ook niet helemaal gerust op en wordt op moties gebroed. Suburbia en Orkater luidden dinsdag zelf de alarmklok. Binnen de podiumkunsten lijken deze twee groepen nu al buiten spel te staan doordat ze straks niet kunnen aankloppen bij de Basisinfrastructuur (BIS), het subsidiesysteem van het Rijk. Maar waarschijnlijk ook niet meer bij het Fonds Podiumkunsten waaraan 8,6 miljoen wordt onttrokken, waarschuwt Suburbia.

Orkater klom dinsdag in de pen aan de minister zelf: "Het is zelden zo onduidelijk geweest. Wat hoort er nou in de Basisinfrastructuur en wat bij het Fonds Podiumkunsten? En wordt de rekening voor de Fair Practice Code, net zoals die voor nieuw beleid, niet onevenredig bij het Fonds Podiumkunsten gelegd?"

Artistiek leiders en directeuren van (jeugd)theater- en dansgezelschappen en podia kwamen ook al in het geweer. "Voor het goed regelen van fair practice in de cultuursector én het in stand houden van een breed en divers middenveld in de podiumkunsten."

Volgens de belangenorganisatie Kunsten '92 zijn de meerkosten van de uitvoering van de Fair Practice Code zeker 25,4 miljoen euro in totaal voor de hele cultuursector. Van Engelshoven heeft wel gezegd nader onderzoek te zullen doen naar wat er nodig is om kunstinstellingen te laten voldoen aan de code.