Er is veel onduidelijkheid over het subsidiebeleid ontstaan. Voorburgs Dagblad zet, aan de hand van gestelde vragen door de gemeenteraad aan het College, een aantal feiten op een rijtje. 

Maken kleinere spelers wel kans tegenover grote organisaties?
Aan de subsidietafels wordt gedacht vanuit de inhoud: welk aanbod is nodig om de vastgestelde doelen en resultaten te kunnen behalen? Kleine partijen slagen er juist vaak goed in om hun specifieke toegevoegde waarde te benoemen. Dat is ook de ervaring bij
andere gemeenten die al werken volgens deze systematiek. Daarnaast is de tafelvoorzitter er alert op dat het gesprek over de inhoud blijft gaan en dat iedere partij een gelijke kans krijgt om zijn toegevoegde waarde toe te lichten. Daarnaast kunnen organisaties ook buiten de tafels subsidie aanvragen: We zien dat veel kleine partners een aanbod hebben dat niet binnen de tafelthema’s valt, maar waarvoor nog op de gebruikelijke manier subsidie aangevraagd kan worden. Het gaat dan om: reddingsbrigade Vlietlanden, behoud van
cultuurhistorisch erfgoed, ondernemersfondsen, extra onderwijsbegeleiding voor aandachtsgroepen, sporten met een beperking, kleine maatschappelijke organisaties, huishoudelijke ondersteuning Hospice, amateurkunstorganisaties, participatieraad, duurzame ontwikkeling, buurtbus/buslijn 47, bemoeizorg, POH jeugd en noodopvang dakloze gezinnen.

Het huidige voorstel houdt verder in dat bij de tafel Levendige leefomgeving een deel van de subsidie in een projectenpot wordt opgenomen. Dat wil zeggen dat een deel van het tafelbudget wordt gereserveerd voor initiatieven en projecten (ook van
buiten de tafel) die zich later in het jaar aandienen, zodat niet het totale budget op de eerste dag van het jaar al direct op is. Andere tafels zijn vrij om een deel van het budget voor initiatieven of innovatie beschikbaar te houden zodat tijdens het lopende subsidiejaar er nog financiële ruimte is om hier gelijk mee aan de slag te gaan.

Er is (los van de tafels) subsidie voor Maatschappelijk Verantwoord Verenigen.