'Handelswijze Provincie onacceptabel'

15 February 2019, 10:59 uur
Algemeen
mainImage
Vlietlanden.nl

Bart Carpentier Alting is directeur en eigenaar van Recreatiecentrum Vlietland B.V. (hierna te noemen RCV). In 1983 heeft hij de rechten voor de ontwikkeling en exploitatie van Vlietland gekocht van de vorige eigenaar van Vlietland die deze rechten had behouden bij de verkoop van Vlietland aan de provincie.

Hij heeft onlangs ingesproken bij de Provincie. "Afgelopen week heb ik u ter informatie een bericht gestuurd inzake de contractuele verplichting van de provincie Zuid-Holland (hierna te noemen PZH) om bij het ontwerp van een door PZH aan te leggen kort aarden walletje in Vlietland langs de Rijksweg A4 zoveel mogelijk rekening te houden met de door RCV gewenste ophoging daarvan. Daarbij heb ik u laten weten dat PZH weigert zich aan deze verplichting te houden".

"In mijn bericht aan u heb ik geschreven dat het uitermate teleurstellend is te moeten constateren dat PZH wederom onder jegens RCV aangegane contractuele verplichtingen tracht uit te komen inzake de aanleg van geluidwerende voorzieningen langs de A4 ten behoeve van Vlietland. Deze voor RCV, het recreatiegebied Vlietland en de inwoners van Voorschoten zeer schadelijke handelwijze is onacceptabel".

"Onder grote druk van PZH heeft RCV moeten afzien van het recht nakoming te vorderen van de door PZH in 2009 aangegane contractuele verplichting jegens RCV tot aanleg van geluid- en zichtwerende schermen langs de A4 ten behoeve van Vlietland en de meer dan een miljoen recreanten die hier jaarlijks komen. De voornoemde druk van PZH bestond uit het dreigement om RCV maximaal tegen te gaan werken inzake de ontwikkeling van Vlietland indien RCV dit recht niet zou prijsgeven. RCV zag zich zodoende gedwongen hiermee in te stemmen. Dit ter voorkoming van de kosten voor een juridische procedure om deze door PZH in het vooruitzicht gestelde tegenwerking aan te vechten en het verlies van heel veel tijd waarin de ontwikkeling van Vlietland stil zou komen te liggen". 

"Als kleine compensatie voor het niet door PZH laten aanleggen van schermen kwamen -in 2017 en 2018 gesloten- overeenkomsten waarin PZH zich verplicht heeft een kort walletje van anderhalve meter boven de A4 aan te leggen en RCV voor eigen rekening en risico twee wallen mag aanleggen in het noordoosten van Vlietland. Dit om de overlast van de Rijnlandroute en de 14 meter hoge viaducten pal naast Vlietland enigszins te beperken. Omdat het PZH-walletje van slechts 1,5 meter boven de A4 geen wezenlijke geluid- en zichtwerende functie kan vervullen, werd in overeenkomsten vastgelegd dat RCV dit walletje mag ophogen tot een door RCV gewenste hoogte en dat de provincie bij het ontwerp van de PZH-wal zoveel mogelijk rekening zal houden met de door RCV gewenste ophoging".

"De provincie weigert nu ook invulling te geven aan deze contractuele verplichting en weigert zelfs ter zake inhoudelijk overleg met RCV te voeren. Naar RCV hoopt zal u van Gedeputeerde Staten verlangen dat de voornoemde verplichting van PZH zal worden nagekomen. Dit mede in het belang van het recreatiegebied Vlietland en de inwoners van Voorschoten". 

"Verklaring van de voormalig directievoerder van PZH, de heer Aad den Draak. Naar aanleiding van de u bekende onthullende en zeer onrustbarende verklaring van een voormalig directievoerder van de provincie Zuid-Holland, de heer Aad den Draak, over het jarenlang onjuist en onrechtmatig handelen van de provincie in relatie tot Vlietland zijn inmiddels de eerste artikelen in de krant verschenen. Afgelopen zaterdag stond er een artikel in het Leidsch Dagblad met de kop “Misstanden rond baggerstort”. In dit artikel verklaart een woordvoerder van de provincie in weerwil van de uiterst gedetailleerde verklaring van de heer Den Draak doodleuk dat van misstanden tot nu toe niets is gebleken. Vervolgens beweert deze woordvoerder dat de provincie geen uitspraken zou hebben gedaan over het aanbod van grond voor de Meeslouwerplas. Deze bewering is aantoonbaar onjuist. Ik kan u bewijzen daarvan verstrekken".

"Zeer verontrustend is ook de mededeling van de heer Den Draak dat er op initiatief van PZH asbesthoudende bagger in Vlietland gestort is. Dit is een milieudelict met alle mogelijke dramatische gevolgen voor de recreatiewaarde van Vlietland".

"Het is te hopen dat de provincie stopt met het onjuist en misleidend informeren van het publiek en zich gaat gedragen op een wijze die van een overheid als de provincie verwacht mag worden. Organisaties die niet integer en betrouwbaar handelen verliezen hun autoriteit en uiteindelijk ook hun bestaansrecht.  Ik verzoek u onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar voornoemde misstanden en onrechtmatige handelingen, zoals deze zijn gesteld door de voormalig directievoerder van PZH, de heer Aad den Draak".