GBLV heeft aan wethouder Jan Willem Rouwendal een tweetal casussen voorgelegd.

1. Een culturele instelling huurt van een private partij een pand voor het houden van voorstellingen. De huur is in de jaarlijkse
subsidie verdisconteerd. Er kunnen door de coronacrisis geen voorstellingen worden gegeven of inkomsten worden gegeneerd.
Vragen:
- is dan de lijn dat de subsidie niet wordt teruggevorderd?
- wordt de instelling gecompenseerd voor de betaling van geboekte optredens (de artiesten/uitvoerenden)?
- wordt de instelling gecompenseerd voor overige kosten die doorlopen tijdens de sluiting?

2. Een culturele instelling huurt van de gemeente een pand voor het houden van voorstellingen. Er kunnen door de coronacrisis
geen voorstellingen worden gegeven of inkomsten worden gegeneerd.
Vragen:
- is dan de lijn dat de huur wordt opgeschort of kwijtgescholden?
- wordt de instelling gecompenseerd voor de betaling van geboekte optredens (de artiesten/uitvoerenden)?
- wordt de instelling gecompenseerd voor overige kosten die doorlopen tijdens de sluiting?

Rouwendal heeft hierop als volgt gereageerd.

A. Coulance in de prestatieafspraken die zijn gemaakt met subsidiepartners. Indien prestaties door de coronacrisis niet kunnen
worden gehaald, zullen instellingen niet gekort worden op de subsidies.

B. Bedrijven en instellingen met een publieke taak (sport, cultuur, zorg en welzijn), die een accommodatie huren van de gemeente
kunnen voor de komende drie maanden uitstel van betaling aanvragen met betrekking tot de huurkosten. Subsidies worden dus niet teruggevorderd en de huur is opgeschort.

De instellingen worden niet gecompenseerd voor de betaling van geboekte optredens vanuit de gemeente. Vanuit het Rijk is een oproep gedaan aan eigenaren van kaartjes om niet direct geld terug te vragen, maar deze kaartjes vast te houden, mogelijk voor een
voorstelling op een later tijdstip. Het college ondersteunt deze oproep van harte.

Op dit moment wordt op landelijk niveau gesproken met de culturele sector over sectorspecifieke maatregelen. Deze komen bovenop de al aangekondigde maatregelen waar ook theaters en artiesten gebruik van kunnen maken, zoals de Tozoregeling voor zzp-ers en de NOW-regeling. Hierdoor kunnen theaters voor hun vaste personeel via het

UWV gecompenseerd worden voor een deel van de loonkosten. Ook vallen theaters onder de TOGS; de tegemoetkoming ondernemers getroffen sector. Op basis hiervan kunnen de theaters beroep doen op een éénmalige bijdrage van € 4.000 ter dekking van
bepaalde vaste lasten.

Indien blijkt dat deze landelijke maatregelen niet voldoende zijn, kan gedacht worden over maatwerkoplossing