'Speelkwartier van de gemeente in Damcentrum is voorbij'

12 October 2020, 16:56 uur
Lokaal
mainImage
Enorme files in het Damcentrum

Reinier Overhoff is eigenaar van een woning in de directe nabijheid van de Sluis en betrokken bij eerdere procedures over het Damplein onder andere met de Stichting Behoud Damplein Leidschendam. Hij is een betrokken inwoner die bij de afgelopen commissievergadering Omgeving wederom insprak. Zijn tekst luidde als volgt.

"De bereikbaarheid van het Damcentrum is een onderwerp dat vanaf 1995 mijn aandacht heeft als bewoner van het Damcentrum. In 2005 ben ik in procedure gekomen tegen de ruimtelijke aanpak van de gemeente en niet wetende dat de gemeente hierover in 2004 in het geheim een uitgebreide overeenkomst had gesloten met de projectontwikkelaar".

"Uiteindelijk heeft de door mij in 2005 gestarte rechtsgang ertoe geleid dat het Bestemmingsplan “Damcentrum” door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in 2007 gedeeltelijk is vernietigd. De gedeeltelijke vernietiging van het bestemmingsplan gebeurde onder andere met de motivering dat het voor het Damcentrum -ik citeer- ‘niet aannemelijk is gemaakt dat de vereiste reductie tot 5000 motorvoertuigbewegingen per etmaal kan worden bereikt.

In weerwil van deze uitspraak heeft uw gemeente in 2007 vergunning verleend om te gaan bouwen in het Damcentrum, hoewel de rechtsgrond hiervoor in 2007 dus werd vernietigd. Dit bouwen zonder rechtsgrond heeft opnieuw geleid tot een juridische procedure tegen de gemeente die in 2010 is beslecht".

In 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State alsnog zijn zegen gegeven aan de bouw op het Damplein. De zegen van de hoogste bestuursrechter kwam o.m. doordat door de Afdeling van de Raad van State werd geconcludeerd dat, ik citeer, in 2015 na de beoogde reductie van het aantal motorvoertuigenbewegingen per etmaal” de grenswaarden van het Besluit luchtkwaliteit 2005 niet meer zouden worden overschreden en dit op basis van de drie onderzochte scenario’s waarop de gemeente zich tegenover de rechter toen baseerde.

In 2010 kreeg de gemeente dus groen licht op basis van door haar aan de hoogste rechter voorgespiegelde scenario’s die de gemeente na 2010 echter nooit heeft uitgevoerd.

Het speelkwartier voor de gemeente is sinds 2010 voorbij. De hoogste bestuursrechter heeft toen, na jarenlange procedures, geoordeeld op basis van voorstellingen die door de gemeente zelf aan de rechter zijn voorgelegd. In een rechtsstaat is het essentieel dat de overheid, en dus ook de gemeente Leidschendam-Voorburg, zich houdt aan uitspraken van de rechter die de rechter doet op basis van informatie van de gemeente zelf. Dit alles betekent dat de gemeente het aantal motorvoertuigbewegingen bij de Zuidelijke Sluisbrug moet brengen onder de 5000 per etmaal. Deze verplichting ligt er sinds ruim 10 jaar. Voor de vraag of er een extra oeververbinding moet komen is dit getal en deze plicht volgens mij van vitaal belang. Ik verwacht dat de gemeente zich houdt aan de verplichting die het gevolg is van jurisprudentie, en dus niet aan andere getallen of nieuwigheden, en dat het oude centrum goed toegankelijk blijft.