Interview Coby van Brecht, 40 jaar kinderopvang (deel 2)

8 November 2018, 14:24 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Bij Vlietkinderen is middels een tweegesprek op bijzondere aandacht geschonken aan het 40-jarig jubileum van Coby van Brecht. Hierbij deel 2 van het interview dat werd afgenomen door collega Annet Rombouts

Annet: “Hoe ging dat toen je zelf kinderen kreeg?”

Coby: Toen ik mijn eerste kind kreeg, werd er van me verwacht dat ik zou stoppen met werken. Eigenlijk wel vreemd, de bestuursleden zorgden voor kinderopvang, maar vonden toch dat je zelf voor je kinderen moest zorgen. Ik had tijdens mijn werk natuurlijk gezien hoe kinderen het naar hun zin hebben op een kinderdagverblijf en dat het goed is om al jong met elkaar om te leren gaan in een groep''.

,,We hadden toen, net als nu, niet meer van die grote gezinnen waar kinderen elkaar ook een beetje opvoeden. Dus heb ik doorgezet en ben gewoon twee dagen blijven werken, ik was de eerste parttimer. Toch vond ik twee dagen werken niet fijn, de betrokkenheid was een stuk minder, het dagverblijf was niet meer ‘van mij’.

Toen  er een baan vrij kwam bij een peuterspeelzaal ben ik daar gaan werken, zodoende konden mijn kinderen (ik had inmiddels 2 zoontjes) naar kinderdagverblijf Piggelmee in Leidschendam.”

Annet: “Hoe zag het werken op de peuterspeelzaal er toen uit?”

Coby: “De eerste peuterspeelzaal waar ik ging werken was gehuisvest in een beetje armoedig, oud gebouwtje, met speelgoed wat we kregen van ouders, buurtbewoners, want we hadden maar een klein budget. De kinderen kwamen gewoon spelen, fruit en luiers namen de ouders zelf mee voor hun kinderen. Wij verzorgden de limonade en de koekjes''.

,,In een andere PSZ, ik heb totaal in zes verschillende peuterspeelzalen gewerkt, werden de kinderen ’s morgens en ’s middags opgevangen in een grote hal. We zaten gezellig onder het genot van een kop koffie, aan de tafel in de hal allerlei werkjes voor te bereiden, zodat deze kant en klaar aangeboden konden worden aan de kinderen waarmee zij konden plakken, verven etc.''

,,Want werkjes maken was belangrijk, daar keken de ouders naar.
Natuurlijk werd er ook voorgelezen, heel veel buiten gespeeld en vooral de verjaardagen werden uitgebreid gevierd herinner ik mij nog. Ik sta op heel wat filmpjes bedenk ik mij nu, want filmen met van die grote videocamera’s was in die tijd erg hot. De oudercommissie was toen heel actief, we gingen samen avondjes uit en kwamen bij hen thuis. We gingen in het begin ook nog op huisbezoek om kennis te maken met nieuwe kinderen en ouders maar gezien de hoeveelheid tijd die daar in ging zitten werd dit toch al snel afgeschaft.”

Annet: “Wanneer werd het pedagogisch beleid geïntroduceerd?”


Coby: “Dat kwam eind tachtig, begin jaren negentig langzaam op gang. Voorheen gingen de leidsters vergaderen over het zomerfeest of een kapotte kraan, vanaf die tijd ging het over de invloed van pedagogen en hoe we dit in de praktijk konden doen. Begin jaren negentig kwam bij SKL de eerste ‘echte’ directeur in dienst. Er moest een professionaliseringsslag gemaakt worden. In eerste instantie ging de aandacht voor de pedagogiek vooral uit naar de kinderdagverblijven. Later kreeg ook het pedagogisch handelen binnen de peuterspeelzalen ruim de aandacht''.

,,Het aantal peuterspeelzalen groeide in die tijd snel. De peuterspeelzaal was een laagdrempelige voorziening in de wijk waar jonge ouders elkaar konden ontmoeten en kinderen even lekker konden spelen als mama iets anders te doen had. We kregen meer budget om te besteden en gingen ook mooiere ontwikkelingsmaterialen kopen''.

,,Ouders kwamen veel met hun verhalen naar ons toe, ik merkte dat, doordat ikzelf kinderen had, dat ik ouders kon helpen door naar ze te luisteren en ze tips te geven. Ik zag ook dat het moeders hielp om, als hun peuters bij ons waren, zij even hun aandacht op iets anders konden richten. Dat zag ik toen al als een preventieve functie van ons werk.”

Annet: “Wat bracht nog meer verandering met zich mee?”

Coby: ,,De komst van de VVE methode en de aansluiting bij de scholen. Dat heeft het imago van de peuterspeelzaal erg veranderd. Het is niet voor niets dat de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) peuterspeelzalen al jaren voorscholen genoemd worden. Voorheen was het spelen en nu is het steeds meer spelen=leren. Met veel aandacht voor de taalontwikkeling. Zowel in de peutergroepen in de dagopvang als bij de peuterspeelzalen wordt veel gewerkt met speciale ontwikkelingsgerichte methodes. Nu vallen de peuterspeelzalen ook onder wet kinderopvang en zo wordt er steeds meer gelijk getrokken.”

“Het lijkt wel of kinderen veel meer- en op jongere leeftijd, uitdaging nodig hebben. Dat komt denk ik ook door de maatschappelijke ontwikkelingen. Het valt misschien ook meer op omdat we er vroeger minder oog voor hadden. De ontwikkelingen op de basisschool spelen hier ook een grote rol in want basisscholen verwachten al heel veel van de vier jarigen die bij hen starten. Het peuterspeelzaalaanbod is nu meer gestructureerd. Je werkt met thema’s. Je ziet heel duidelijk dat de kinderen daar aan toe zijn, ze zijn echt heel leergierig en willen erg graag uitgedaagd worden om iets nieuws te leren. Zo zorgen wij dat de kinderen een goede start kunnen maken op de basisschool.”

Annet, “Wat vind je belangrijk in je werk?

Coby: ,,Tegenwoordig geef ik trainingen aan pedagogisch medewerkers over de ontwikkelgerichte methodes zoals Piramide en Uk en Puk. Ik vind het methodisch werken op de VVE peuterspeelzaal heel waardevol. Als je ziet dat er veel 2 jarigen binnenkomen die nog geen woord Nederlands spreken, terwijl er in de kleuterklassen veel van ze wordt verwacht. Dan is het heel belangrijk dat er wordt gebouwd hun ontwikkeling, zodat ze mee kunnen als ze naar de basisschool gaan. Er wordt nu veel bewuster gewerkt. Ik draag mijn steentje bij door de VVE peuterspeelzalen de pedagogisch medewerkers te ondersteunen, trainingen te geven en te adviseren''.

,,Ook de ouderbijeenkomsten op de VVE peuterspeelzalen zijn belangrijk. Ik heb ze met veel plezier georganiseerd en ouders bijgestaan. Ik maakte altijd duidelijk dat ik thuis ook weleens met mijn handen in het haar zat, als mijn kind niet wilde slapen. Dat de pedagogisch medewerkers ook ouderbijeenkomsten doen is ook een hele goede verandering. Het geeft hen de mogelijkheid om echt met de ouders in contact te gaan, net zoals wij toen we vroeger toen we op huisbezoek gingen.”

“Annet: 40 jaar is een hele tijd!”

Coby: Ja ongelofelijk. Ik kom nog weleens mensen tegen van vroeger. Laatst nog een jongen, ik kende zelfs zijn naam nog. Die moest op het kinderdagverblijf ook verplicht slapen, ook al had hij helemaal geen slaap. Ik zat dan naast hem op de grond en aaide maar over zijn ogen en neusje. Dan dommelde hij weg, maar even later schrok hij weer op. Ik deed zo mijn best, want ik mocht pas naar de leidsterskamer als alle kinderen sliepen. Ik vroeg hem, “weet je nog, dat je op de kinderopvang zat?” “Nou daar weet ik niets meer van, zei hij,  behalve één ding: ik had zo’n lieve juf die aaide mij altijd over mijn ogen.”

Bron: Vlietkinderen